De schooluitval uit het mbo is in tien jaar teruggelopen van 10,8 procent naar 5,4 procent. Dat blijkt uit cijfers over het schooljaar 2015/2016 die het CBS 20 oktober publiceerde.
Ruim 21 duizend van de bijna 390 duizend jongeren tot 23 jaar die in het schooljaar 2014/2015 een mbo-opleiding volgden, waren een jaar later vertrokken zonder een diploma op mbo-niveau 2 of een havo- of vwo-diploma. Het ging om 6,6 procent van de jongens en 4,1 procent van de meisjes. Vooral jongens met een niet-westerse achtergrond verlieten het mbo zonder startkwalificatie.
Regionaal zijn er grote verschillen. Friesland telt 3,4 procent uitvallers tegen gemiddeld ruim 6 procent in Noord- en Zuid-Holland en ongeveer 7 procent binnen de regio’s Amsterdam, Haaglanden en Rijnmond.
Het CBS publiceerde ook cijfers over de schooluitval in het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) en voortgezet onderwijs. In het vavo stopte ruim 13 procent van de leerlingen voortijdig, bijna tweeduizend jongeren. In het voortgezet onderwijs stopt slechts 0,5 procent voortijdig met school, vmbo-leerlingen wat meer dan havo- of vwo-leerlingen.
Lees verder via :
Minder regels, beter toezicht?
D66 eist uitleg over falende onderwijsinspectie: debataanvraag ingediend
Reveil van het verlanglijstje?
