11:35
28 april 2024

Mogelijk ongelijke toepassing tijdelijk huisverbod door onduidelijkheden over wetsartikel

Mogelijk ongelijke toepassing tijdelijk huisverbod door onduidelijkheden over wetsartikel

Bij huiselijk geweld kan de burgemeester de bewoner een tijdelijk huisverbod opleggen. Dat geldt ook voor een persoon die er ‘anders dan incidenteel’ verblijft. Maar de wet laat ruimte voor wie daarmee wordt bedoeld. Gaat het om de vermoedelijke pleger (‘uithuisgeplaatste) of om het slachtoffer (‘achterblijver’)? Om een ongelijke toepassing van de wet te voorkomen, zou ‘anders dan incidenteel’ toepasbaar moeten zijn op de achterblijver én op de persoon die uit huis wordt geplaatst. Dat blijkt uit onderzoek van Erasmus School of Law, in opdracht van het WODC.

Een tijdelijk huisverbod is bedoeld als een afkoelingsperiode om te voorkomen dat het misgaat tussen huisgenoten. De Wet tijdelijk huisverbod zegt hierover: een tijdelijk huisverbod kan worden opgelegd aan een volwassen persoon als uit feiten of omstandigheden blijkt dat diens aanwezigheid in de woning ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van één of meer personen die met hem of haar in de woning wonen of daarin ‘anders dan incidenteel’ verblijven of indien op grond van feiten of omstandigheden een ernstig vermoeden van dit gevaar bestaat.

Gemeenten blijken regionale verschillen te ervaren in de rechterlijke toetsing van het ‘anders dan incidenteel’-criterium. Deze verschillen zijn bestudeerd in een jurisprudentieonderzoek. Een klein deel van de opgelegde huisverboden komt bij de rechter terecht. De discussie over de invulling en toepassing van het criterium wordt vooral gevoerd in de praktijk. Daarom is ook een contextonderzoek uitgevoerd naar de toepassingspraktijk bij het opleggen van een tijdelijk huisverbod.

Lees verder via wodc.nl

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *