10:24
26 april 2024

Columnreeks Intussen op straat..Dl 4 We tolereren een zekere mate van vervuiling!

Milieucriminaliteit, het gooien van vuilnis op straat, plaatsen van afval naast een ondergrondse vuilniscontainer, drugsafval, dumpingen door bedrijven [NOS – Chemours GenX]. Vinden wij dit normaal? Het schijnt normaal te zijn om een leeg blikje, plastic verpakkingen, peuken en ander afval waar wij geen raad meer weten gewoon te deponeren waar we ons op dat moment begeven.
Er is niet één vorm van milieucriminaliteit; misdaden plegen tegen de natuur kan op verschillende manieren. Soms gaat het niet om criminaliteit en criminaliteitsbestrijding. Onveiligheid is iets heel anders dan criminaliteit. Onveiligheid ontstaat door irritatie, ergernis, onbehagen en etnische spanningen tot en met irritaties over huisvuil.

Onveiligheid is: 
– irritaties over huisvuil – dat is een bijzonder grote bron van ergenis
– zich niet houden aan fatsoensregels
– verkeerswangedrag
– vervuiling
– lawaai
– vergrijzing
– het multiculturele karakter van een buurt
– overlast en verloedering
‘Onveiligheid is het hedendaagse label voor wijkproblemen’. Die vraag is wellicht te beantwoorden via uitpluizen van wat het meeste verbaast: dat mensen vooral huisvuil als onveilig ervaren. De onveiligheid van huisvuil Waarom ervaren mensen huisvuil dat verkeerd geplaatst is als onveilig? Misschien moet je zeggen: ze voelen zich dan niet thuis. Onveiligheid is equivalent voor niet thuis zijn. Er ligt rommel die jij nooit zou maken, die jij meteen zou opruimen, en dus is het niet jouw thuis, jij bent niet thuis waar dat gebeurt. Misschien is huisvuil daarom zo irritant, omdat het zo iets huiselijks is, omdat het het niet-thuis-gevoel zo kan accentueren. Misschien is veiligheidsbeleid dus beter te begrijpen als thuismaak-beleid en onveiligheidsgevoel als: je niet thuis voelen.  Bron: Burgemeester.nl

Jongeren verzamelen zich op hangplekken, hier worden dan ook behoorlijke hoeveelheden blikjes en aanverwante achtergelaten ondanks het wel of niet aanwezig zijn van prullenbakken. Aan de overkant van een flatgebouw hier in de buurt worden zelfs de verpakkingen van de ‘midnight’ snacks achtergelaten en hier schijnt ook gedeald  te worden. Met enige regelmaat reageert er een flatbewoner vanwege overlast middels schreeuwen vanaf de galerij . Verloedering lokt ook vervuiling uit.

In de flat waar ik woon is dat goed te merken. Toen ik hier in 2010 kwam wonen maakten wij per toerbeurt de hal, het trappenhuis en de ruimte bij de bergingen schoon. Door onvrede over de Woningcorporatie en spanningen onderling is dit gestopt. Achterstallig onderhoud in de openbare ruimte zorgt ervoor dat medebewoners alles gewoon neergooien.  Het is hier ook ronduit smerig te noemen. Het schijnt normaal te zijn van alles van de balkons te gooien. Maar elkaar erover aanspreken gebeurt niet.
Ik had mij aangemeld bij het Digipanel Haarlem met het idee om zo mijn steentje bij te dragen aan de veiligheid en leefbaarheid van de stad. Ik vulde met enige regelmaat een enquêteformulier in. Helaas waren de vragen zo algemeen en middels multiple choice te beantwoorden dat ik hier uiteindelijk mee gestopt ben. De uitkomsten van de enquêtes werden wel gepubliceerd maar zetten geen zoden aan de dijk.
Gisteren kreeg ik een brief van de Gemeente Haarlem met een uitnodiging voor een bijeenkomst om met andere wijkbewoners na te denken over de veiligheid en leefbaarheid in de wijk. Voorafgaande is er een wijkwandeling gepland om samen met de wijkagent en de wijkhandhaver in gesprek te gaan over de kansen voor verbetering van de wijk. Dit biedt kansen.
Margareth Weijers
Hoofdredacteur VL-Nieuws

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *