In het rapport “Jeugdcriminaliteit: risico’s en bescherming” (Van der Laan en Blom, 2006) worden resultaten uit de meest recente meting van de
WODC MZJ beschreven. In deze factsheet worden enkele bevindingen samengevat.. In de Monitor Zelfgerapporteerde Jeugdcriminaliteit (MZJ) meting 2010 heeft het WODC ruim 3.000 jongeren ondervraagd over delicten die ze ooit en in het afgelopen jaar hebben gepleegd. Aan de jongeren is gevraagd of ze bezwaar hadden of hun gegevens via het CBS gekoppeld zouden worden aan registergegevens waaronder politieregistratie. Waar nodig (jongeren beneden de 16 jaar) is dit aan de ouders gevraagd. Meer dan 90% van de jongeren is akkoord gegaan. Dit biedt de mogelijkheid om van ruim 2700 jongeren zelfrapportage gegevens op individueel niveau te koppelen aan cijfers uit politieregistratie. Hierdoor is het mogelijk een inschatting te maken voor dat deel van de criminaliteit dat niet bekend is geworden bij de politie, maar wel door jongeren wordt gerapporteerd. Voorts kunnen met deze gegevens verschillen naar sekse, leeftijd en herkomstgroep in kaart worden gebracht en verschillen naar aard en ernst van delicten. Nagegaan wordt wat de gevolgen van de bevindingen zijn voor beleid en wetenschap.
Dit onderzoek levert informatie op over de mate waarin verschillende bronnen om criminaliteit onder jongeren te meten zich tot elkaar verhouden. Daarnaast zal met dit onderzoek een nauwkeuriger inschatting gegeven kunnen worden van het aantal jeugdige daders en de delicten waarvan ze worden verdacht.
Vier onderzoeksvragen staan centraal:
1 Wat is de prevalentie en frequentie van zelfgerapporteerde delinquent gedrag in de
adolescentieperiode in een representatieve onderzoeksgroep van 10-17-jarigen en welke verschillen
zijn er tussen diverse subgroepen (sekse, (etnische) herkomst en leeftijd)?
2 Welke trends zijn er te signaleren in de zelfgerapporteerde jeugdcriminaliteit in de periode 1996-2005?
3 Welke verschillen zijn er tussen subgroepen in het voorkomen van risico- en beschermende factoren
voor delinquentie in de adolescentieperiode?
4 Welke risico- en beschermende factoren zijn gerelateerd aan delinquentie in de adolescentieperiode
in een representatieve steekproef van tien tot en met zeventien jarigen?
Lees verder via