Waarom ondernemers verdachte situaties melden, of niet

Ondernemers op een bedrijventerrein zijn best bereid om melding te maken van ondermijnende criminaliteit, als zij daar signalen van krijgen. Dat kwam naar voren uit een onderzoek van Avans Hogeschool en Hogeschool Rotterdam. Maar welke afwegingen maken ondernemers om wel of niet hun vermoedens van ondermijning te delen? En naar wie zouden zij stappen met hun melding?

Wat beweegt ondernemers om verdachte situaties – al dan niet – te melden? In een vorig artikel in Secondant toonden we resultaten uit een onderzoek over meldingsbereidheid van Avans Hogeschool en Hogeschool Rotterdam. We ontdekten dat ondernemers op een bedrijventerrein in de Maasstad best bereid zijn hun vermoedens van ondermijnende criminaliteit te melden, maar dat deze meldingsbereidheid daalt als het een van hun eigen klanten betreft.

Campagnes zouden ondernemers moeten stimuleren om ook bij twijfel over daderschap te melden

In deze bijdrage gaan de onderzoekers in op de redenen die ondernemers geven om al dan niet te melden. De Hogescholen ontdekten dat ondernemers, bij situaties waarbij een klant is betrokken, vooral bereid zijn te melden wanneer zij ondermijnende criminaliteit echt als een probleem ervaren en er voldoende bewijs is voor daderschap van hun klant. Campagnes zouden daarom ondernemers moeten stimuleren om ook bij twijfel over daderschap te melden. Ook zouden zij de negatieve consequenties van ondermijnende criminaliteit voor hen en hun omgeving moeten benadrukken.

Lees verder via ccv-secondant.nl