Bij de introductie van de op 1 januari 2024 in werking getreden Omgevingswet is gepleit voor een paradigmawisseling: een andere bestuurscultuur waarin de zorg voor de fysieke leefomgeving wordt gebaseerd op vertrouwen van de burger en op responsiviteit en empathie, in plaats van op wantrouwen. Onder zulke condities zouden de doelstellingen van de Omgevingswet meer kans maken, aldus het betoog in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel. De oproep heeft nog maar weinig gehoor gevonden.
Misschien ligt het aan de term paradigma. Die komt uit de wetenschapsfilosofie. In 1962 introduceerde Thomas Kuhn, geïnspireerd door Plato, dit begrip in zijn studie The Structure of Scientific Revolutions. Het staat voor een stelsel van modellen en theorieën dat het denkkader vormt van waaruit de werkelijkheid wordt geanalyseerd en beschreven. Met de paradigmawisseling in het omgevingsbeleid moet de bescherming van de fysieke leefomgeving via een werende benadering van activiteiten, plaats maken voor een beleidscyclus waarin de continue zorg voor de kwaliteit van de fysieke leefomgeving centraal staat en ruimte ontstaat voor initiatieven uit de samenleving. Het zijn niet eens ingewikkelde aanbevelingen waarmee aan deze paradigmawisseling kan worden gewerkt.
Bestuur versus overheid
De paradigmawisseling houdt in dat ook moet worden nagedacht over het jargon in het openbaar bestuur. Veel termen stammen nog uit voormalige feodale of autocratische structuren. Weliswaar is de ‘onderdaan’ verdwenen, maar waarom profileren rijks-, provinciale en gemeentelijke instituties zich nog steeds als ‘overheid’? Dat suggereert subordinatie, terwijl de bestuursdienst dienend behoort te zijn. Net als het bestuur van een vereniging of een onderneming.
Lees verder via platformoverheid.nl