Sommige plegers van strafbare feiten gaan telkens opnieuw in de fout. Vaak is bij deze personen meer aan de hand, bijvoorbeeld een verslaving. Ze worden stelselmatige daders genoemd. Sinds 2004 kan de strafrechter zo’n dader met de maatregel plaatsing in een Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD) veroordelen tot twee jaar vrijheidsbeneming. De bedoeling hiervan is om de maatschappij langere tijd te beschermen en de dader de nodige individuele zorg te bieden. Dit laatste komt nog niet goed uit de verf, zo constateert Onderzoeksinstituut IVO.
Lees het volledige rapport
De evaluatie van de ISD-maatregel werd uitgevoerd in samenwerking met de faculteiten rechtsgeleerdheid van de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Rijksuniversiteit Groningen, in opdracht van het WODC.
Tweeledig doel ISD onvoldoende uitgewerkt
Het onderzoek laat zien dat er onduidelijkheid bestaat over het doel van de ISD. De maatregel kent namelijk twee verschillende doelen. Aan de ene kant het beschermen van de samenleving tegen de criminaliteit en overlast van stelselmatige daders door opsluiting in een speciale inrichting. Aan de andere kant resocialisatie van deze daders door hun individuele multiproblematiek te verminderen met een intensief zorg- en behandeltraject. In het beleid is onvoldoende uitgewerkt hoe met deze tweeledigheid om te gaan. Omdat er een heldere landelijke visie ontbreekt, verschilt het in de praktijk op welk van deze doelen de nadruk wordt gelegd. Dat zorgt er ook voor dat de verschillende ISD-locaties eigen visies en procedures hebben ontwikkeld, waardoor rechtsongelijkheid kan ontstaan.
Plek in PI maakt uitvoering ISD lastig
Ook de plek van de ISD-inrichting maakt de uitvoering van het zorg- en resocialisatiedoel lastig. De ISD bevindt zich namelijk in een Penitentiaire Inrichting (PI). De PI is vooral ingericht op beveiligen en beheersen, waardoor zorg en behandeling binnen de ISD moeilijk te realiseren zijn. Zo geeft het drugsontmoedigingsbeleid van de PI te weinig ruimte voor de zorg- en ondersteuningsbehoeften van de ISD-doelgroep. Ook is er in de PI onvoldoende gedragskundige expertise en capaciteit om daders te ondersteunen als er sprake is van verslaving en/of andere psychische aandoeningen. Door het ontbreken van een goed uitgewerkte visie is het bovendien moeilijk om ketenpartners, zoals gemeenten en forensische zorginstellingen, aan te spreken op hun verantwoordelijkheden bij de uitvoering en de nazorg van de ISD-maatregel.
Lees verder via wodc.nl
Meer leren over de integrale aanpak van verwarde personen en stelselmatige daders? Kom naar de HCB Cursus ‘Integrale Persoonsgerichte Aanpak 2023’ die start op 25 mei in Den Haag, georganiseerd door het Haags Congres Bureau.