De participatiesamenleving drijft op interacties tussen bestuurders, beleidsmakers, welzijnsprofessionals en burgers. Dat leidt nogal eens tot onenigheid en discussie. Hoe kunnen publieke professionals hier zo mee omgaan dat iedereen zich gehoord voelt?
In een in aanbouw zijnde Vinex-wijk zette een groep bewoners een buurthuis op: de Cockpit, in een container die zij van de gemeente kregen. Toen de wijk was afgebouwd werd er een professioneel multifunctioneel centrum geopend. Het lokale bestuur beschouwde de Cockpit als een ‘privéaangelegenheid waarin er alleen activiteiten voor de Cockpitters werden georganiseerd en niet voor de hele buurt’ (ambtenaar, 2011). Dus kregen ze ook geen eigen plek in het nieuwe gebouw, maar werden ze als vrijwilligers betrokken bij activiteiten in het centrum.
Lees verder via socialevraagstukken.nl