12:25
19 april 2024

Moj’n…..column door Bennie Beuvink

Moj’n…..column door Bennie Beuvink

Voor goedemorgen, goedemiddag en goedenavond gebruiken Tukkers het woord Moj’n. Als u gaat slapen, zegt een Tukker Tot mor’n om u welterusten te wensen.

Om aan te sluiten bij een eerdere column over vakantie en mijn jaarlijkse fietstocht neem ik jullie dit keer mee op de fiets naar Bremen. Mijn fietsmaat en ik hadden dit jaar besloten om Enschede Bremen en terug te fietsen. De route verliep grotendeels langs van te voren uitgezette routes die we zodanig indelen dat het rond de 100 kilometer fietsen zodat je in 5 dagen weer in Enschede bent. De overnachtingen zijn van te voren uitgezocht en een goed bed is voldoende omdat je na een dag fietsen de nachtrust nodig hebt. Althans dat zijn de  adviezen van Joop Zoetemelk.

Wat is niet voorspelbaar ? Het weer..dus. De weergoden hadden deze keer bedacht dat het warm zou worden met uitschieters tot 37 graden. Met teveel raadgevingen uit de media wat je allemaal niet moet doen hebben wij wel enige ervaring hoe je met  warm weer kunt fietsen. In ieder geval vroeg starten en niet gaan fietsen op het heetst van de dag en regelmatig drinken. Wat zijn nog meer voordelen?

De bagage zit aan de fiets en kan dus niet zoek raken. Je neemt niet teveel mee want dat moet je trappen. Ook is de fiets een rijwiel waar je meestal wel een paadje vindt om langs versperringen te komen. Weinig files.

De eerst etappe ging van Enschede naar Meppen en we hebben gebruik gemaakt van het fietsknopenpunt dat zowel in Nederland als Duitsland te vinden is op internet en in het landschap.. Wat ons opviel tijdens de reis was dat er verschil is hoe mensen leven aan beide kanten van de grens. Overal tot aan Bremen toe werd je begroet met Moj’n . Soms om te bevestigen dat je gezien werd, soms om te groeten onderweg of als je iets wilde weten. Vreemd dat deze begroeting behoorlijk ver verspreid is. Verder zagen wij op een kaart dat in Duitsland heel veel grafheuvels zijn die wij in Drenthe hunebedden noemen. Ook  veel en grote zwerfkeien die door de ijstijd richting Duitsland en Nederland gedrukt zijn. Sommige van dit soort keien kregen een uitleg bordje waarop stond waar ze oorspronkelijk gelegen hebben. Er zijn dus meer overeenkomsten dan ik verwacht had.

Wat tevens opviel tijdens de reis dat we haast de enige fietsers waren die nog op beenkracht fietsten. De Duitsers herken je nu omdat ze massaal in groepen met helmen op gezamenlijk tochten maken. Ze zijn soms wat wiebelig in het passeren en ze gaan elektrisch.

In de hotels/pensions kwam je ze dezelfde groep ook tegen en hun liefde voor een biertje en goede maaltijd is niet veranderd. Verder hoopten wij dat we in de morgen ons ontbijt op tijd konden nuttigen maar dat bleek geen probleem want in de hotels waar wij overnachten kwamen veel monteurs die elke morgen vanaf 06.30 uur hun ontbijt nuttigen zodat ze op tijd aan de fietstocht  moet zijn aan het werk konden beginnen. We zagen dat de integratie onder deze werkenden gelukt was want ze hadden allemaal hun werkkleding aan maar je kon wel zien dat ze van oorsprong niet allemaal uit Duitsland kwamen. Gezien de krapte op de arbeidsmarkt was ook hier veel vraag naar vakmensen. Ze bleken voor een klus overal uit Duitsland te komen om kennelijk een lokale klus klaren.

De omgeving en de dorpen, kleine steden die we doorkruisten zijn hoofdzakelijk agrarisch en niet te grootschalig opgezet maar wel divers van gewassen die geteeld worden. We zagen en roken grote aardappelvelden die in bloei stonden,

De “mittagstisch “ is verdwenen maar bij de bakkerijen kun je wel een belegd broodje kopen. De brandnetel zie je wel overal terug dus ook hier slaat stikstof neer. Een bijzonder beeld hebben we nog gefotografeerd . We zagen een groot aantal mensen uien uit de grond trekken. Dat was voor mij een herkenbaar beeld uit mijn jeugd toen de aardappels van het land moesten. Een achterhaalde werkwijze dacht ik maar hier werd met man of vrouwkracht toch een behoorlijk groot stuk land met de hand gerooid.. Van een voorbijganger hoorden we dat in dit gebied nog een fabriek stond die deze lokale producten verwerkte.

Weer terug de grens over richting Enschede zagen wij dat aan onze kant  het er verzorgder uitziet . Er is meer keus om te eten of te slapen. Ook zien de boerderijen en de steden/dorpen er goed uit wat de openbare ruimte betreft terwijl haast elke bericht in de media verteld dat we op tal van onderwerpen in een crisis zitten. De gedachte dat we als Europeanen met elkaar verbonden zijn geeft me een gevoel dat we met elkaar er wel uit kunnen komen. Het zal volgens mij wat kleinschaliger kunnen zeker als we elkaar helpen en steunen. Deze fietstocht was anders als vorig jaar toen we nog met coronamaatregelen van doen hadden.

Fietsen blijft toch een mooi middel om veel te zien en relatief snel een gebied te ontdekken.

Bennie Beuvink
Politievrijwilliger

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *