De jihadstrijders die uit de Islamitische Staat (IS) terugkeren naar Europese landen vormen een taai probleem. Zij zouden potentiële aanslagplegers kunnen zijn, ronselen mogelijk leeftijdgenoten voor gewelddadig handelen óf proberen juist de consequenties van hun brute dwaling alsnog af te werpen. Ook dit deradicaliseren van jihadspijtoptanten is uitgesproken risicovol: praktisch geen beginnen aan.
Op alle bestuursniveaus steken bewindvoerders de koppen bij elkaar en breken zich het hoofd over hoe de dreigingen te weerstaan. Experts van uiteenlopend pluimage – waaronder imams – draaien dure overuren om de bestuurders te adviseren. Helaas werkt vrijwel niemand uit een omvattend gedachtegoed over het waarom van menselijke agressie en geweld. Dat zorgt voor onbezonnen ‘ontwenningskuren’.
DIAGNOSE / We weten waardoor jihadgangers hun heil bij geweld zoeken. Met een indringende belangstelling bracht de terrorismedeskundige Jessica Stern jaren door bij militante groeperingen in de islamitische wereld, analyseerde hun gedrag, handelen en de achterliggende motieven. Zij kwam tot een overtuigend inzicht. Ze legde haar bevindingen neer in de overrompelende studie: Terror in the Name of God (2003). In een interview vatte ze de voedingsbodem van het probleem en de oplossende richting als volgt samen: ‘Mij lijken gevoelens van vernedering en vervreemding de kern van het probleem.’ Recentelijk onderstreepte de internationaal vermaarde journaliste Souad Mekhennet Sterns sociaalpsychologische constatering aan de hand van meeslepende verhalen van jihadisten.
Stern en Mekhennet zijn niet de enige die nadrukkelijk wijzen op de rol van schaamtevolle ervaringen als uitzonderlijk krachtige brandstof voor geweld. Ook internationaal vermaarde wetenschappers als Hans Magnus Enzensberger, Roy Baumeister, Olivier Roy en Abram de Swaan trekken strakke lijnen tussen (de angst voor) vernedering en geweldsuitbarstingen. Ook mijn uiteenzetting zou moeten overtuigen; zie De terreur van schaamte en op deze websitepagina.
SCHAAMTE / Hoe overtuigend de diagnose van Stern en anderen ook mag zijn, ze geven geen antwoord op de vraag hóe om te gaan met wat we in het dagelijks leven ‘schaamte’ noemen: die vernedering en vervreemding én de angst voor herhaling ervan. ‘Ik zou daarom een oorlog tegen de vernedering willen afkondigen, maar hoe doe je dat?’ vraagt Stern zich nog wel vertwijfeld af. Het is mogelijk teveel gevraagd om zowel een algemene diagnose als de remedie aan te bieden. We hebben inmiddels echter de nodige sociologische, sociaalpsychologische en neurologische kennis van wat schaamte behelst, hoe het ontstaat én wat het kan uitrichten.
We weten met welk ingrijpend sociaal-emotioneel fenomeen we te maken hebben. Daarmee wordt het mogelijk om hulpverlening, preventie en interventies realistischer vorm en inhoud te geven. Zo weten we dat de ernstigste vormen van schaamte worden opgedaan in de eigen sociaal-culturele groep, in onderhavig geval, die waartoe de jihadgangers behoren: de moslimgemeenschap – waarover deze beschouwing op onze website.
Schaamte-ervaringen staan in onze ziel gegrift als letters in marmer: voor de rest van ons leven. Ze zijn onuitwisbaar, uiterst pijnlijk en vormen de ader van een vrijwel onverzadigbare verlangen naar het zo dikwijls gehoorde ‘respect’, d.w.z. geborgenheid, waardering en bewondering. Bij gebrek daaraan lonkt de weg van geweld: if you can’t join them, beat them!
RESPECT / Vernedering verlangt respect ter compensatie – goedschiks of kwaadschiks. Meer dan eens is het ondoenlijk om dat respect te verkrijgen in de eigen moslimgroep en in de bredere maatschappelijke context. Een rechtvaardiging voor een gewelddadige (uit)weg is vervolgens gemakkelijk te vinden. De jihadganger is – in de eigen beleving – slachtoffer van het decadente Europa en van de eigen moslimgroep die de leer van de Koran verzaakt. Respect wordt vervolgens in de koesterende jihadgroep wél gevonden, hoe kortstondig die soms mag zijn in dit aardse leven. Wie meent die koestering te kunnen aftroeven hier in Europese landen met werk, een woning en de druk van de familie en de imam, weet niet wat schaamte-ervaringen uitrichten.
Het opdoen van ernstige schaamte-ervaringen in het eigen verleden, een gebrek aan koesterende geborgenheid in het heden en een ontbrekend toekomstperspectief worden door de jihad ruimschoots goedgemaakt. Als jihadstrijder weet je je geborgen tot in het hiernamaals. Met gewelddadige agressie wreken de jihadstrijders de eigen opgelopen schaamte. Het is een betoverend (droom)beeld dat strijders zichzelf en lotgenoten in de Europese landen voorhouden. Die reis en de oorlogservaringen zijn vervolgens voor de jihadspijtoptanten tot een nieuwe en extra belastende schaamte-ervaring verworden. Hierbij voegt zich ook nog het deserteren uit de gewelddadige jihad.
ALTERNATIEF / Kunnen de Europese landen in het algemeen en de moslimgemeenschappen in het bijzonder het broodnodige respect garanderen voor de potentiële jihadspijtoptant? Die moslimgemeenschap en Westerse samenleving bezorgden hem of haar juist de schaamte-ervaringen die het afreizen naar Syrië en Irak voedden. Speculeren is voor de beurs. Gokken voor het casino. Het drieluik is zichtbaar dat voor het afkicken ingekleurd moet worden, namelijk a] een regulier acceptabele geborgenheid in het heden; b] een duurzaam toekomstperspectief; c] een evenwichtige emotionaliteit, d.w.z. het verwerken van de gemankeerde, door schaamte aangestuurde emotionaliteit die in het (recente) verleden werd opgelopen.
Ga er maar aanstaan! Het betreft geen reguliere ontwenningskuur. Het is hoe dan ook zeer de vraag of de eigen moslimgemeenschappen en de Westerse samenlevingen een afdoende alternatief (kunnen) vormen voor de jihadganger om te deradicaliseren. Het optimisme waarmee exitprogramma’s hiertoe worden verdedigd, neemt bijgevolg groteske vormen aan. Gevoed door beschikbare financiële middelen en politiek opportunisme verkondigen experts (?) de morele noodzaak om voor elke jihadspijtoptant maatwerk te leveren en dat deradicalisering dan – zij het na jaren – zou kunnen worden verwezenlijkt. Zo verkondigt een deradicaliseringsgoeroe als de Duitser Daniel Koehler de noodzaak om voor elke jihadspijtoptant ‘at least four mentors, plus an “intervention co-ordinator”’ in te zetten en dat ‘full deradicalisation’ dan ‘after a matter of years’ in zicht komt.
Toch maar eens kennisnemen van de explosieve reikwijdte van schaamte. Praktisch zullen de vigerende ‘ontwenningskuren’ de jihadganger nóg meer schaamte-ervaringen bezorgen en de terroristische woede alleen maar voeden. Bij een onbevredigend alternatief voor de jihad zijn en blijven de vele opgelopen schaamte-ervaringen een kruitvat met een lontje dat gemakkelijk aangestoken kan worden. Niet voor niets bouwen we al eeuwen het kruithuis zo ver mogelijk buiten de woonkernen. Of, in stijl met het onderwerp, vertrouw op Allah, maar bind eerst je kameel vast. Met een dubbele knoop, zo moet worden aangeraden.
NOOT / Het citaat van Jessica Stern komt uit een interview dat Bas Heine met haar had; het verscheen in NRC Handelsblad, 2 april 2005. De woorden van Koehler zijn ontleend aan het artikel ‘Can you “cure” a terrorist? Inside the controversial scheme hoping to deradicalize ISIS recruits’ van Brendian I. Koerner op de website Wired US, 20 maart 2017. Versies van deze aantekening verschenen op de Nederlandse websites Joop, 9 juli 2014, The Post Online, 1 Juni 2015, Sargasso, 22 juni 2016, en de Belgische website Doorbraak, 7 juli 2016, tenslotte in Schaamrood, 2017, pp. 18 – 23.
Het artikel is ook te lezen op www.schaamtelozen.nl