De jeugdcriminaliteit is in 20 jaar flink afgenomen. Wel is er weinig zicht op wat jongeren online uitvreten.
Het idee dat granaatgooiers en andere geweldplegers de luiers nauwelijks ontgroeid zijn (en dat dat vroeger wel anders was), is hardnekkig, maar het berust niet op de werkelijkheid. Als algemene ontwikkeling is het in ieder geval niet in de landelijke cijfers terug te vinden. Jongeren geven zelf aan dat ze veel meer cyberdelicten plegen dan uit registraties blijkt.
Zelfrapportage versus politieregistraties
Het percentage jongeren dat zelf zegt een delict gepleegd te hebben, is ongeveer tien keer zo hoog als het percentage door politie geregistreerde jeugdige verdachten. Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) brengt vandaag in samenwerking met het CBS twee onderzoeken uit over jeugdcriminaliteit waaruit dit blijkt. In de ‘Monitor Zelfgerapporteerde Jeugddelinquentie 2023’ geven jongeren zelf aan of ze een delict hebben gepleegd en zo ja, om welk delict het gaat. Het gaat veelal om lichte vergrijpen en cybercrime, zoals hacken en diefstal van virtuele goederen in games.
Het tweede onderzoek is de ‘Monitor Jeugdcriminaliteit 2000-2023 synthesestudie’. Dit onderzoek geeft een overkoepeld beeld van de ontwikkelingen in de Jeugdcriminaliteit in Nederland tot en met 2023. Hierin vooral goed nieuws: de jeugdcriminaliteit is in de afgelopen twintig jaar flink afgenomen. Ten opzichte van 2006-2008 is het aantal jonge verdachten en strafrechtelijke daders zelfs gehalveerd.
Lees verder via binnenlandsbestuur.nl
Meer leren van André van der Laan (WODC) over feiten en fabels jeugdcriminaliteit? Van Jan van der Grinten over de bevoegdheden van de burgemeester bij demonstraties en online gebiedsverboden? Over radicalisering, white-collar crime, verwarde personen en over de samenhang tussen huiselijk geweld en zware criminaliteit? Kom naar de HCB Seminars ‘Topsprekers in Veiligheid 2024’ op 9 oktober en 6 november met Janine Berton, Bram Sizoo, Janine Janssen, Bob Hoogenboom, André van der Laan en Jan van der Grinten.