Zes vragen over een integrale gebiedsgerichte aanpak aan….Frank van Summeren
Frank van Summeren is adviseur bij RONT Management Consultants en hoofddocent op de HCB Cursus ‘Aanpak bijzonder doelgroepen en kwetsbare gebieden’. In deze 3-daagse HCB Cursus worden 3 eerdere HCB Cursussen geïntegreerd, te weten de HCB Cursus ‘Integrale Gebiedsgerichte Aanpak’, de HCB Cursus ‘Omgang met woonwagenlocaties’ en de HCB Cursus ‘Huisvesting Arbeidsmigranten’. Vragen gesteld door Elwin Veldhuis, VL-Nieuws en Haags Congres Bureau (HCB).
Wat is volgens u de grootste misser geweest op het gebied van de gebiedsgerichte aanpak?
Woningcorporaties spelen een belangrijke rol in de integrale gebiedsgerichte aanpak van complexe problematiek. In het verleden is de bewegingsvrijheid op het terrein van leefbaarheid en veiligheid in de wijk van woningcorporaties aan banden gelegd. Dit beperkte woningcorporaties om een belangrijke bijdrage te leveren aan de aanpak van complexe problematiek. Dit is deels omgedraaid waardoor woningcorporaties weer een belangrijke rol kunnen spelen bij de oplossing van maatschappelijke vraagstukken in steden. En dat is nodig, want in verschillende buurten en wijken liggen er complexe opgaven.
Waarom is een goede gebiedsgerichte aanpak zo belangrijk?
Verschillende buurten en wijken in Nederland staan op het kantelpunt om af te glijden waarbij het welzijn van de bewoners, de leefbaarheid van de omgeving en/of de veiligheid in het gedrang kunnen komen. Het keren van deze ontwikkeling vraagt om een gebiedsgerichte aanpak om de weerbaarheid van de buurt duurzaam te bevorderen en tegelijkertijd de voedingsbodem voor ondermijning te reduceren. Buurten komen tot bloei als stimulering en preventie hand in hand gaan met een veiligheidsaanpak. We moeten niet alleen werken aan de achterkant van Nederland, maar vooral ook werken aan de voorkant van Nederland. Dit vraagt om een brede integrale benadering waarbij op buurt- en wijkniveau wordt samengewerkt door de gemeente, woningcorporaties, scholen, zorg- en welzijnsinstellingen, politie, openbaar ministerie, buurtbewoners en ondernemers aan gezamenlijke maatschappelijke opgaven.
Kunt u een voorbeeld geven van een eigen case waarbij een gebiedsgerichte aanpak centraal stond?
Een aansprekend voorbeeld uit het buitenland is burgemeester Sergio Fajardo, die Medellin van gevaarlijkste stad van Colombia (die werd geteisterd door geweld van drugsbendes) transformeerde tot een innovatieve en welvarende stad. De stad Medellin heeft een ommekeer bewerkstelligd door niet zo zeer te investeren in veiligheidsmaatregelen, maar in infrastructuur en mobiliteit, educatie, kunst en cultuur. De volkswijken aan de rand van de stad die bijna kopje onder gingen in het bendegeweld en de schrijnende armoede, werden door middel van een nieuw metrostelstel, kabelbanen en bussen verbonden met de rest van de stad waaronder het centrum. Op deze manier kregen deze bewoners een betere toegang tot werk, onderwijs, gezondheidszorg en andere voorzieningen zoals bibliotheken die gratis toegankelijk zijn. Daarnaast kwamen er alfabetiseringsprojecten, bibliotheken, scholen en culturele centra en wel in de oude met kogels doorzeefde oorlogszones van de drugsbendes. Door de kansen in achtergestelde wijken te vergroten, werd de voedingsbodem voor drugscriminaliteit aanzienlijk weggenomen.
Een ander voorbeeld dichter bij huis is de aanpak van problematiek in Rotterdam Zuid. In het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ), werken Rijk, de gemeente Rotterdam, corporaties, zorginstellingen, schoolbesturen, bedrijfsleven, politie en Openbaar Ministerie aan een gezonde toekomst voor Rotterdam Zuid. Samen willen deze partners ervoor zorgen dat opleidingsniveau, arbeidsparticipatie en woonkwaliteit in 20 jaar stijgen naar het gemiddelde van de vier grote steden in Nederland. Eind 2010 gaf de toenmalige minister voor Wonen, Wijken en Integratie, Eberhard Van der Laan, opdracht aan Wim Deetman en Jan Mans om te adviseren over de aanpak van de problemen in Rotterdam Zuid. In februari 2011 verscheen het rapport ‘Kwaliteitssprong Zuid, ontwikkeling vanuit Kracht’. Hierin concludeerden Wim Deetman en Jan Mans dat Rotterdam Zuid kampt met problemen die on-Nederlands zijn. De commissie stelde dat de gemeente Rotterdam, het rijk, bewoners, woningcorporaties, bedrijfsleven, scholen en andere lokale partners gezamenlijk en vanuit een gedeelde visie aan de slag moesten om doorbraken te realiseren op Rotterdam-Zuid. Een Nationaal Programma was nodig, omdat de sociaaleconomische problemen in omvang en intensiteit ongekend zijn voor Nederland. Ook wees de commissie op het belang van voldoende doorzettingsmacht in de wijken op Zuid en op een boodschap die aansluit bij de belevingswereld van bewoners. Tot slot stelden Wim Deetman en Jan Mans dat bewoners en ondernemers nadrukkelijk een rol moeten spelen bij het oplossen van de problemen op Zuid. Deze adviezen zijn ter harte genomen en hebben in het najaar van 2011 geleid tot het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. Een breed gedragen aanvalsplan om de achterstanden te bestrijden en het leven op Zuid te verbeteren. Het is een programma dat de tijd krijgt die nodig is: in een periode van 20 jaar moet Zuid zijn gestegen naar het niveau van Rotterdam en de andere grote steden (G4). Het resultaat na acht jaar NPRZ is dat het beter wordt op Zuid. Zo stijgen de CITO-scores en lopen de leerlingen van Zuid in op de leerlingen elders in Rotterdam en de G4. Bovendien kiezen meer leerlingen voor een opleiding met een gezond perspectief op een baan in de zorg en techniek. Het percentage uitkeringsgerechtigden is weliswaar nog onvoldoende gedaald, maar Zuid loopt wel in op de G4. Verder stijgen de WOZ-waarden op Zuid en is een sterke start gemaakt met het aanpakken van de verpauperde particuliere woningvoorraad. Steeds meer bewoners van Zuid laten ook weten dat ze graag op Zuid willen blijven wonen en bewoners die Zuid ooit hebben verlaten keren er terug. Ook laten woningzoekenden van de noordoever, maar ook van buiten Rotterdam, steeds vaker hun oog vallen op een woning op Zuid. Deze ontwikkelingen stemmen zeer hoopvol en geven bewoners en de partners in het NPRZ het bewijs dat hun inspanningen effect hebben. Maar het zijn nog broze verworvenheden. De bedreigingen en uitdagingen op Zuid zijn legio. Daarom is het belangrijk dat de komende jaren wordt doorgepakt.
Welke tips heeft u voor iedereen die zich bezig houdt met een gebiedsgerichte aanpak?
De aanpak van complexe problematiek in buurten en wijken vraagt om een multidisciplinaire samenwerking waarbij betrokken partners samenwerken en gezamenlijk tot een doeltreffende aanpak komen. Voor een succesvolle uitvoering van de aanpak is informatie een cruciale factor. Het moet bekend zijn waar de complexe problematiek zich voordoet en wat de oorzaken zijn voordat deze bij de bron kunnen worden aangepakt en opgelost. Om een compleet beeld te krijgen van de complexe problematiek (die meerdere oorzaken kent en waar diverse partijen bij zijn betrokken) is informatie- uitwisseling met betrokken partners noodzakelijk. Zij beschikken vaak over belangrijke relevante informatie die vereist is om te komen tot een goede informatiepositie om de complexe problematiek gericht aan te pakken.
Waarom mogen we de HCB Cursus ‘Aanpak bijzondere doelgroepen en kwetsbare gebieden’ niet missen?
Op de HCB Cursus deelt u opgedane kennis en ervaringen met betrekking tot de oplossing van complexe maatschappelijke vraagstukken in kwetsbare wijken, (voormalige) vakantieparken, woonwagenlocaties, buitengebieden en bedrijventerreinen. Bijzondere aandacht is er voor woonwagenlocaties en hun bewoners en de huisvesting van en problematiek rondom arbeidsmigranten. Het programma van de cursus bestaat uit een mix van theorie (kennis over beleid, wet- en regelgeving), voorbeelden uit de praktijk, vaardigheden (trainen van competenties) en gereedschap (methodieken) die gezamenlijk moeten leiden tot een aanpak die werkt en tot het gewenste resultaat leidt.
Meer leren over de Aanpak van bijzondere doelgroepen en kwetsbare gebieden? Kom naar de 3-daagse HCB Cursus die start op 17 maart bij het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs in Den Haag, georganiseerd door het Haags Congres Bureau.