Uit het 6e Politiedebat op de Politieacademie van 21 september blijkt dat alle deelnemers pleiten voor een duidelijk rijksbeleid wat betreft de veiligheid en de positionering van de Buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s). De verkiezingsplannen en het op Prinsjesdag extra toegezegde geld voor veiligheid zouden inzicht in die beleidsplannen moeten bieden.
Geweld tegen BOA’s op bekende risicovolle plekken en tijdstippen is een van de grootste problemen voor deze gemeentelijke handhavers en toezichthouders. Ondanks afspraken kan politie niet altijd tijdig ter plekke zijn als situaties escaleren en BOA’s hebben onvoldoende bewapening, bevoegdheden en opleiding om zelf te de-escaleren.
Riek Hoff, directeur Dienst Handhaving en Toezicht in Amsterdam pleit daarom voor “situationele bewapening.” ’s Nachts in het weekend op het Leidseplein zou hij BOA’s graag toerusten met pepperspray. Gery Veldhuis, portefeuillehouder BOA’s bij de politie erkent het probleem. Bewapening van BOA’s vereist echter meer duidelijkheid over de vraag wie ‘er over gaat’, gemeente of politie. Veldhuis: “Stel dat het mis gaat met het toepassen van geweld. Als ik niet weet hoe het geregeld is en ik heb er geen zicht op dan wil ik er niet verantwoordelijk voor zijn.” Pieter Winsemius, voorzitter van het Platform BOA’s: “Het punt is dat er nog steeds nul rijksbeleid is voor BOA’s.” Ook Peter Oskam, burgemeester van de gemeente Capelle aan den IJssel, ziet de agressie richting handhavers toenemen: “We doen er alles aan om geweld tegen onze handhavers te voorkomen. In Capelle zien we vooral geweld ontstaan wanneer onze handhavers iemand aangehouden hebben, en de overgang met de politie kan niet snel genoeg gaan. In die tijd keert het publiek zich vaak tegen hen.”
Emancipatie BOA’s
De afgelopen jaren heeft duidelijk een emancipatie plaats gevonden van de BOA’s. Terwijl de politie haar capaciteit en focus steeds meer inzet op opsporing van geprioriteerde thema’s als high impact crime, groeit het aantal gemeentelijke handhavers. Ze springen in het gat dat ontstaat en richten zich op voor burgers belangrijke zaken als overlast, kleine ergernissen en andere zaken die hun veiligheidsperceptie beïnvloeden. De professionalisering is toegenomen en de samenwerking met politie is verbeterd. Zeker op plekken waar op de werkvloer politie en handhavers elkaar opzoeken groeit begrip, kennis en vertrouwen, wat de samenwerking meer versterkt dan top-down beleidsnotities.
Toch pleitten alle betrokkenen in het debat voor een duidelijkere rijksvisie en -beleid op de positionering van de BOA’s. De belangrijkste vragen daarbij zijn: hoe wordt het betaald en waar ligt de regie? Moeten politie en BOA’s los van elkaar bestaan en vooral samenwerken of moeten de BOA’s opgaan in de politie? De meningen zijn verdeeld. Dat geldt ook voor de opleiding: moet er een aparte BOA-academie komen, of juist een veiligheidsacademie waarin politie en BOA’s samen optrekken? Naast geweld tegen BOA’s liggen er vooral knelpunten op het terrein van informatie-uitwisseling, opleiding, kwaliteit en imago van BOA’s. Landelijk beleid zal daarvoor kaders moeten bieden.
Debatten
Dit was het zesde debat in de reeks politiedebatten op de Politieacademie. De debatten agenderen actuele veiligheidsthema’s en bieden politiek, bestuur, OM, veiligheidspartners, wetenschap en politie een podium hierover in gesprek te gaan. De debatten hebben als doel de discussie met en over de politie te stimuleren, gebaseerd op wat er nu echt gebeurt in de praktijk. De Politieacademie is kennisinstituut van en voor de politie om de politieprofessie te versterken. De kennis gaat over de politie, is van de politie en wordt met de politie ontwikkeld en verspreid. De activiteiten verbeteren de politiepraktijk en actualiseren het onderwijs waar nodig.
Bron: Politieacademie