Dat lhbtiq+-jongeren een groter risico op psychische klachten lopen dan heteroseksuele jongeren is al jarenlang bekend. Toch is de huidige geestelijke gezondheidszorg (ggz) onvoldoende op hun behoeften ingericht. Lhbtiq+-personen stuiten bijvoorbeeld op hulpverleners die zich onvoldoende kunnen inleven. Hierdoor is de drempel om hulp te zoeken hoog.
Onlangs bracht kinder- en jeugdpsychiater Liza Sonneveld in kaart hoe inclusief de ggz is voor lhbtiq+-personen. Daaruit blijkt dat een deel van de zorgverleners te weinig kennis en vaardigheden heeft ten opzichte van deze groep. “Hulpverleners stellen vaak vragen vanuit een heteronormatief perspectief. Als iemand zich niet als hetero identificeert, of daar twijfels over heeft, loopt het gesprek al snel stuk en zal de jongere hier niet snel zelf over beginnen.”
Lees verder via nu.nl