Amsterdam-West in de winter: het is avond en het vriest. Het is ramadan, vlak voor het nieuwe millennium. Achter sommige ramen branden lampjes van kerstbomen, in andere woningen wordt het vasten gebroken door Marokkaanse en Turkse families. De vrouwen bereiden een Iftar; de islamitische vastenmaaltijd. We staan met zijn vijven onder een afdak, in de buurt van een luchtrooster dat warmte afgeeft: drie Marokkaanse jongens, een Hindoestaanse jongen en ik. Alle vijf zijn we regelmatige bezoekers van het al gesloten buurthuis, verderop. Sommige jongens wrijven in hun handen en hebben blauwe lippen van de kou. Hamid merkt op dat Geuzenveld Slotermeer een stadsdeel is dat voor jongeren ‘goeie en slechte periodes heeft’. Hamid: ‘Er zijn tijden, dan sta je op straat en dan lijkt het of alle buurtbewoners de pik op je hebben. Waar we nu staan, daar zijn de buurtbewoners wel o.k. Beter dan op andere plekken waar we wel eens stonden. Altijd zeuren die mensen. In deze buurt is niks voor ons. Er is niet eens een goed feest voor jongeren. Als ze ons nou eens onze gang lieten gaan, dan namen we goeie cd’s mee, meisjes, allezz.’ Abdel knikt en voegt toe: ‘We hebben van die leuke feesten gehad. Maar toen dat gezeik kwam van die gasten uit Slotervaart die messen begonnen te trekken, was het ineens afgelopen. We hebben toen teruggeknokt; normaal toch?
Lees verder via BureauBervoets- Tussen respect en doorpakken