Uit de kwestie-Brunssum – de beoordeling van de integriteit van wethouder Jo Palmen – zijn belangrijke lessen te trekken. In de eerste plaats is een beoordeling van integriteit vooraf heel iets anders dan integriteitsonderzoek achteraf. In het laatste geval is er iets gebeurd wat kan worden onderzocht. Bij een risico-inschatting vooraf is er altijd een speculatief element, want de wethouder is immers nog niet in functie. Om die reden moeten aan die risicotoets hoge eisen worden gesteld, want ze kunnen bestuurlijke loopbanen maken en breken. Bij deze risicotoetsing moet het daarom bij voorkeur gaan om harde criteria die goed kunnen worden geobjectiveerd. Indien ook ruim baan wordt gegeven aan een oordeel over politiek fatsoen en politieke moraal is het moeras nabij en dreigt al snel een politisering van het integriteitsvraagstuk.
Lees verder via publiekrechtenpolitiek.nl