Meer leren van Janine Janssen over de samenhang tussen huiselijk geweld en zware criminaliteit? En over de bevoegdheden van de burgemeester bij demonstraties en online gebiedsverboden? En over radicalisering, white-collar crime, jeugdcriminaliteit en verwarde personen? Kom naar de HCB Seminars ‘Topsprekers in Veiligheid 2024’ op 9 oktober en 6 november met Janine Berton, Bram Sizoo, Janine Janssen, Bob Hoogenboom, André van der Laan en Jan van der Grinten.
Janine Janssen, Fiore Geelhoed en Margo De Koster. (2024). Professionals onder druk. Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit (14) 2, 3-11.
1 Inleiding
Een kritische krantenlezer kan het niet zijn ontgaan dat werkend Nederland en Vlaanderen, conform de situatie in diverse andere landen in Europa, het momenteel zwaar hebben: er zijn niet genoeg mensen om alle vacatures te vullen, veel ervaren personeel gaat met pensioen en er zijn niet voldoende jongeren om hen te vervangen. Zo leidt chronische onderbezetting bij zowel de Nederlandse als de Belgische politie inmiddels tot problemen bij het rondkrijgen van roosters van de basisteams.1 Een burn-out – mede ten gevolge van al die werkdruk – is allang geen exotisch verschijnsel meer. In maart 2024 berichtte de NOS dat Nederlanders steeds vaker langdurig uitvallen door stress op het werk, vooral in het onderwijs, de zorg en het openbaar bestuur. Stressgerelateerde klachten als overspanning en burn-out waren verantwoordelijk voor een kwart van al het verzuim in 2023.2 In België, zo was in mei 2024 te lezen in de Vlaamse krant De Tijd, zou het aantal mensen die al een jaar niet kunnen werken door een burn-out of depressie in vijf jaar tijd zelfs met 43% zijn gestegen.3 De filosoof Byung-Chul Han muntte in dit verband de term ‘burnout society’ (2015).
Maar er is meer aan de hand dan een ontregeld mechanisme van vraag en aanbod van arbeidskrachten. We moeten ook kritisch kijken naar de kwaliteit van het geleverde werk van professionals. In dit themanummer verstaan wij onder een professional een persoon die zowel door ervaring als door scholing een vak geleerd heeft en werkzaam is bij een publieke dienst op het gebied van veiligheid en zorg. Denk bijvoorbeeld aan ambulancemedewerkers, politieagenten en jeugdhulpverleners. Deze eerstelijnswerkers in de veiligheidszorg zijn street-level bureaucraten in termen van de Amerikaanse bestuurskundige Lipsky (1980: IX, 3). Zij hebben in het kader van hun werk directe contacten met individuele burgers en maken dagelijks talloze beslissingen over het toewijzen van voorzieningen of het opleggen van sancties, waardoor zij feitelijk niet enkel beleidsuitvoerders maar ook beleidsmakers zijn. In hun dagelijkse praktijk op straatniveau komt het veiligheids- en zorgbeleid tot leven: zij beschikken over een zekere beoordelingsruimte om het beleid naar eigen inzicht in te vullen. Daar betalen street-level bureaucraten echter een prijs voor, waarschuwde Lipsky al in 1980: bij hun werk op het terrein ervaren zij aanzienlijke ‘druk’, en dit uit diverse hoeken tegelijk. Zij worden met hoge en soms tegenstrijdige verwachtingen van zowel managers als burgers geconfronteerd, en in de veiligheidszorg moeten zij veelal tussenkomen in acute crisissituaties, wat moeizame en conflictueuze interacties met burgers kan inhouden. Daarnaast is door de recente ‘vertrouwenscrisis’ – het groeiende wederzijdse wantrouwen tussen overheid en burger – ook de verstandhouding van de publieke professional met die burger nog meer onder spanning komen te staan. Ook de ernst van de zaken die eerstelijnswerkers in de veiligheidszorg voor hun kiezen krijgen, trekt natuurlijk een zware wissel. Bovendien is de discretionaire ruimte van de publieke professional in de afgelopen decennia ingeperkt, in die zin dat hij of zij minder autonoom, na face-to-face contact met burgers over de aanpak van een zaak kan beslissen. Door de introductie van ICT zijn street-level bureaucratieën steeds meer veranderd in zogenaamde ‘systeem-level bureaucratieën’, waarin de meeste beslissingen niet op straatniveau, maar wel online worden gemaakt, via informatiestromen en algoritmen binnen de organisatie. Systeemontwerpers, beleidsjuristen en automatiseringsexperts zijn de nieuwe equivalenten van de oude street-level bureaucraten (Bovens & Zouridis, 2002). Eerstelijnswerkers kunnen dus steeds minder bepalen hoe ze hun werk invullen, terwijl zij onveranderd met dezelfde optelsom van druk vanwege managers, burgers en complexe problematieken worden geconfronteerd.
2 Verwachtingen door managerialisme
Laten we met het management beginnen. Binnen overheidsorganisaties heeft zich de afgelopen decennia een koerswijziging voltrokken richting het zogenaamde New Public Management (NPM). NPM heeft sinds de jaren negentig van de vorige eeuw in de meeste westerse landen, waaronder Nederland en België, een opmars gemaakt en is daar inmiddels niet meer weg te denken (Kickert, 2011). Deze managementstijl kenmerkt zich door het introduceren van marktdenken in publieke diensten, soms door over te gaan tot privatisering, maar in elk geval door het top-down aansturen en bevorderen van de professionaliteit, efficiëntie en effectiviteit van de eigen street-level professionals. Neoliberale principes, targets en een veelheid aan administratieve verplichtingen om de ‘kwaliteit’ van de afgeleverde diensten te kunnen meten, zijn daarmee de standaard geworden (Bacon, Hebenton & McCann, 2023; Reed, 2019; Terpstra & Trommel, 2009).
NPM heeft inmiddels al diverse verwijten voor de voeten geworpen gekregen. Zo zou NPM administratieve werkelijkheden boven daadwerkelijke hulp aan burgers stellen, de druk op professionals opvoeren door hun discretionaire handelingsruimte in te perken en zo de kunde binnen organisaties bedreigen (Bacon, Hebenton & McCann, 2023; Brodkin, 2012; Reed, 2019; Devlieghere & Roose, 2017). Het is al met al, aldus diverse onderzoekers, maar zeer de vraag of de kwaliteit van diensten er met NPM wel op vooruit is gegaan. Onderzoek wekt de suggestie dat in sommige gevallen eerder het tegenovergestelde het geval is, zoals Terpstra en Trommel al in 2009 stelden voor de Nederlandse politie en Bacon et al. (2023) bevestigen voor haar Engelse tegenhanger. Hoewel er vanaf het begin van dit millennium ook meer op waarde gerichte managementstijlen zijn geïntroduceerd, zoals New Public Governance (NPG), zijn die evenmin zaligmakend. Tegelijkertijd blijft NPM veelal de boventoon voeren, inclusief de negatieve consequenties op de service die publieke diensten leveren (Eriksson & Andersson, 2023; Strokosch & Osborne, 2021). Het welzijn van de professional in de veiligheidszorg zelf is hiermee ook onder druk komen te staan. De druk om targets te halen, verplichte administratieve rompslomp en de top-down benadering waardoor professionals een eigen inbreng en intrinsieke motivatie verliezen, vormen niet het beste recept voor welzijn op het werk (Jacobsen, Hvitved & Anderson, 2014; Reed, 2019).
Lees verder via bjutijdschriften.nl
Meer leren van Janine Janssen over de samenhang tussen huiselijk geweld en zware criminaliteit? En over de bevoegdheden van de burgemeester bij demonstraties en online gebiedsverboden? En over radicalisering, white-collar crime, jeugdcriminaliteit en verwarde personen? Kom naar de HCB Seminars ‘Topsprekers in Veiligheid 2024’ op 9 oktober en 6 november met Janine Berton, Bram Sizoo, Janine Janssen, Bob Hoogenboom, André van der Laan en Jan van der Grinten.