De kwetsbaarste kinderen hebben het meeste last van de patstelling tussen gemeenten en aanbieders in de jeugdhulp. Dat zegt Hans du Prie, bestuurder van het samenwerkingsverband iHub, in NRC.
Gemeenten hebben na de transitie de zorg die ze al kenden opgedeeld in percelen, van licht tot zwaar, aldus Du Prie. ‘Het neveneffect is dat wij aanbieders precies doen wat in die percelen staat, maar ook niets meer.’ Juist met kinderen die niet goed in standaardoplossingen passen, wordt volgens Du Prie het meest geschoven. Uiteindelijk eindigen zij in gesloten instellingen, ‘fijngemalen door het systeem’.
Verder moet de jeugdsector volgens Du Prie bij problemen in een gezin de sector niet het kind ‘afpakken’, maar de ouders helpen. ‘Als je niet bij de ouders begint, hoef je eigenlijk niet eens te proberen het kind te helpen.’
Lees verder via nji.nl