De afgelopen jaren onderzocht Heleen bij het NSCR met behulp van data uit het SPAN project de relatie tussen opvoeding, rondhangen en delinquent gedrag in de adolescentie. Zij maakte in haar proefschrift gebruik van vernuftige analysetechnieken en een zeer rijke dataset, waar zeer nauwkeurig, van uur tot uur, en per 200 m in buurten was gemeten wat jongeren doen, en met wie. Ook was bekend hoe de relatie van jongeren met hun ouders is.
Het proefschrift van Janssen bouwt voort op bestaande kennis over de relatie tussen opvoeding en crimineel gedrag. Het vult die kennis aan omdat het laat zien welke rol ouders nog hebben als kinderen opgroeien en steeds meer uithuizig worden bij het beperken van nadelige omgevingsinvloeden. Uit eerder onderzoek was bekend dat jongeren in de adolescentie steeds meer vrijheid krijgen in de keuze voor hun tijdsbesteding: ze brengen minder tijd door met ouders, meer tijd met vrienden, en gaan ook aanmerkelijk meer rondhangen op straat. Onduidelijk was of ouders dan nog wel wat kunnen betekenen in het voorkomen van crimineel gedrag.
Lees verder via Parenting, criminogenic settings and delinquency.