De kinderen van de honderdduizend asielzoekers uit landen als Irak, voormalig Joegoslavië en Iran die in de tweede helft van de jaren negentig in Nederland mochten blijven, zijn behoorlijk goed geïntegreerd.Dit blijkt uit een publicatie van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) Een kwestie van tijd?, dat dinsdag is verschenen.Het centrum valt onder het ministerie van Veiligheid en Justitie en onderzocht hoe het de 96.000 asielmigranten verging die zich in die periode uit landen als Afghanistan, Irak, Iran, Somalië en voormalig Joegoslavië in Nederland vestigden.Ondanks het korte verblijf van hun ouders in Nederland, doen deze kinderen het goed op school. Zij presteren beter dan andere niet-westerse leerlingen, veelal kinderen van arbeidsmigranten, maar minder goed dan autochtone leerlingen. Dit geldt voor zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs.De grootste knelpunten bij deze groep zijn de werkloosheid en sociaal isolement. Vooral oudere asielmigranten zijn kwetsbaar: zij hebben minder vaak een baan, worden sneller ontslagen en zijn vaker sociaal geïsoleerd.
Lees verder via