In het debat over burgerparticipatie en democratische vernieuwing staat de ‘believer’ tegenover de scepticus: de eerste ziet participatie als dé oplossing, de laatste ziet deze vooral als een schaamlap voor falend bestuur. Een systematische analyse biedt zicht op verschillende democratische praktijken. Net als Niesco Dubbelboer eerder signaleer ik een toenemende behoefte aan meer zeggenschap (Dubbelboer 2015). Een behoefte die onder anderen tot uiting komt in de roep om buurtrechten vast te leggen en in het toenemend aantal G1000-en en andere initiatieven waarbij burgers in overleg met elkaar de agenda voor de toekomst van hun gemeente bepalen. Net als bij burgerinitiatieven in het sociale domein waarover het debat tussen Jan Rotmans én Evelien Tonkens en Jan Willem Duyvendak gaat, zien we bij initiatieven voor democratische vernieuwing dat de bijdrage van burgers op twee heel verschillende manieren beoordeeld wordt: ‘believers’ en rasoptimisten zien participatie als de oplossing voor een vermoeide democratie, en sceptici en zwartkijkers roepen meteen dat het allemaal niks wordt en dat burgerparticipatie vooral bedoeld is als steun in de rug van politici, voor beslissingen die ze toch al wilden nemen.
Lees verder via sociale vraagstukken – Hoe we uit het ideologische doe-democratie-debat kunnen komen