In een onderzoek naar internationale handel in harddrugs door leden van de Hells Angels in Noord-Nederland is gebruikgemaakt van een criminele burgerinfiltrant. Dat is voor het eerst sinds de IRT-affaire, toen het inzetten van infiltranten compleet ontspoorde.
Het is de grootste paradox van de misdaadbestrijding: een crimineel die onder toeziend oog van de politie misdaden mag plegen om bewijs te verzamelen tegen andere criminelen, tegen betaling. De inzet van de criminele burgerinfiltrant leidt altijd tot discussie en was in Nederland ruim twintig jaar taboe. Dit verhaal gaat over zo’n criminele burger, die nu bekendstaat onder zijn codenaam: A-4110, want zo noemen ze hem bij de politie. Vrijwel niemand kent zijn echte naam of achtergrond.
Lees verder via nrc.nl