Gevangenismedewerkers ervaren de laatste jaren een verharding in de inrichtingen. Om grip te houden op de zogenoemde hoogrisico-gedetineerden, zijn er allerlei maatregelen genomen in de gevangenissen, zoals afdelingen met meer toezicht. Deze maatregelen zijn vooral gericht op behoud van veiligheid, en minder op resocialisatie, risico(beheersing) en humaniteit, zo blijkt uit onderzoek van de Erasmus Universiteit, in opdracht van het WODC. De onderzoekers menen dat andere langetermijnvisie met een beter evenwicht nodig is.
Erasmus Universiteit Rotterdam 16 december 2024
De afgelopen jaren verschenen er berichten over criminelen die vanuit detentie doorgaan met hun criminele activiteiten en over gewelddadige uitbraakpogingen. Maar ook over personeel van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) dat zich in toenemende mate bedreigd en geïntimideerd voelt door gedetineerden. Door deze ontwikkelingen, en de daaruit voortkomende politieke druk en maatschappelijke onrust, is er het nodige in gang gezet om grip te houden op de hoogrisico-groep. Dit onderzoek biedt inzicht in de recente ontwikkelingen van de Nederlandse gedetineerdenpopulatie en de gevolgen van een mogelijk zwaardere categorie hoogrisico-gedetineerden voor Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI).
Grip door meer informatie en toezicht
De maatregelen die DJI instelt zijn gericht op het verkrijgen van informatie en meer toezicht. DJI probeert met de oprichting van Bureaus Inlichtingen en Veiligheid meer te weten te komen over het doen en laten van de doelgroep in detentie. Daarnaast is er beleid voor gedetineerden met een zeker vlucht- of maatschappelijk risico (GVM). Zij kunnen allerlei extra toezichtmaatregelen krijgen, bijvoorbeeld bij bellen of bezoek ontvangen, of in hun bewegingsruimte binnen de inrichting. De oprichting van de Afdeling Intensief Toezicht (AIT) en de strengere maatregelen in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) zijn met een (zeer) versoberd regime de meest verregaande maatregelen.
Lees verder via sociaalweb.nl