Er lijkt een breed gedeelde consensus dat de Nederlandse jeugdzorg, jeugd-GGZ en GGZ niet naar behoren functioneren, ondanks het feit dat we er veel in investeren – meer dan de meeste andere landen. De observatie is weliswaar dat er heel veel GGZ-activiteit is, maar dat juist de mensen met de meeste zorgbehoeften vaak moeite hebben om in de zorg te komen.
Wat is de oorzaak van deze paradox? Hoe kan het beter?
Het is belangrijk om te erkennen dat dit complexe materie is in een krachtenveld van belangen en Nederland-specifieke omstandigheden. Nederland heeft twee separate zorgbureaucratieën: een in de zorgverzekeringswet (Zvw) die gaat over evidence-based behandelen van ziekte en een in het kader van de wet maatschappelijke opvang (Wmo) die gaat over maatschappelijke zorg om mensen te helpen bij het leven.
Lees verder via sociaalweb.nl