In deze bijdrage wordt aan de hand van vier casussen geanalyseerd welke rol frontlijnwerkers – anders dan de politie – tegenwoordig hebben bij de lokale, ambulante bestrijding van jeugdoverlast. De casussen betreffen het ambulant jongerenwerk van het Stedelijk Team Jongerenwerk te Rotterdam, de Straatcoaches in Zaltbommel, de Jeugdboa’s in Ede, en de overlastbestrijdingsteams in Helmond. Met voorzichtigheid – omdat we slechts vier gevallen onderzochten – kunnen we vaststellen dat het vermeende gat tussen de (deels) terugtrekkende politie en het (reguliere) jongerenwerk op zeer uiteenlopende wijze wordt opgevuld en nieuwe vragen opwerpt. Denk aan de vraag hoe vanzelfsprekend het is dat jongerenwerkers ‘politieachtig werk’ verrichten, hoe om te gaan met straatcoaches die liever geen doelgroepinformatie met de politie delen of de vraag welke accenten Jeugdboa’s zouden moeten leggen in hun werk (handhaving of contacten onderhouden met straatjeugd). Jeugdoverlast begeeft zich nu eenmaal traditioneel op de grens van het veiligheids- en het welzijnsdomein.
Lees verder via Bureau Beke – De straat op: frontlijnwerkers bij jeugdoverlast