De betekenis van de term cybercrime is dezelfde als die van cybercriminaliteit of computercriminaliteit. Hierbij gaat het om misdaad gepleegd met ICT, gericht op ICT. Het strafbare feit wordt dus gepleegd met een computer, smartphone, smartwatch of tablet, kortom alles waar een processor in zit. Cybercrime voorbeelden zijn hacking, DDoS-aanvallen, ransomware, virussen, malware, enzovoort.
U hoeft geen computer of internetaansluiting te hebben om slachtoffer te worden van cybercriminelen. Zo bevatten de meeste telefoons en bankpassen computerchips, die kunnen worden gemanipuleerd. Maar ook bedrijfssystemen, moderne auto’s en chipkaarten zijn vatbaar voor cybercriminaliteit . Voor het plegen van cybercrime gebruiken criminelen speciale apparatuur en software. Daarom hanteert de politie voor de opsporing ook geavanceerde middelen en technieken.
Daarnaast komt er ook steeds meer gedigitaliseerde criminaliteit voor waarbij klassieke delicten online gepleegd worden, zoals internetoplichting, afpersing via e-mail, phishing, enzovoort.
Een combinatie van beide verschijningsvormen is ook mogelijk, bijvoorbeeld het inloggen op een account met inloggegevens die via phishing zijn bemachtigd.
Lees verder via politie.nl