De kiemen van de georganiseerde drugscriminaliteit liggen in het verkeerd begrepen tolerantiebeleid in de jaren 70 in Nederland. Dat zegt Cyrille Fijnaut die als professor criminologie verbonden was aan tal van parlementaire onderzoekscommissies. Hij schreef zijn memoires en vertelt daarover in “Terzake”.
Als Cyrille Fijnaut begin jaren 70 bij de drugssectie van de politie van Tilburg gaat werken, valt hem iets op. “De harde kern waren lieden uit de traditionele misdaad: inbrekers, overvallers, geweldplegers. Zij konden groot geld verdienen met weinig risico. De overheid greep echt niet echt in. Ze liet betijen en begaan. Het werd met de mantel der liefde bedekt.”
Het duurde lang vooraleer iedereen besefte wat de impact van de georganiseerde misdaad in een samenleving is. “Het valt niet mee voor een democratische samenleving om te erkennen dat er zo’n zwaar probleem in haar schoot is ontstaan. Dat is toch een beetje een nederlaag.”
Lees verder via vrt.be