gepubliceerd op deflik.be op 8 maart 2018
Vandaag verscheen in ‘De Tijd’ een artikel onder de titel : ‘Wie wil in deze omstandigheden nog voor de politie werken’ Eén van de grootste vakbonden stelt deze vraag doch vind ik dat dit benaderd wordt met visie en kennis uit het verleden en er te weinig rekening gehouden wordt met de (te) snel veranderende maatschappij ? We leven reeds in het digitaal tijdperk doch focussen ons op de -processen en structuren uit het ‘verleden’ ? Voor de politie biedt de netwerksamenleving met haar schaalvergroting- en verkleining zowel bedreigingen als kansen.
– De maatschappelijke en technologische ontwikkelingen hebben bijgedragen tot een veranderend crimineel gedrag waarin ontgrenzing, mobiliteit en anonimiteit centraal staan. Cybercrime is geen alleenstaand fenomeen zoals drugs, terreur, diefstal,… maar is in feite een fenomeen dat alle andere vormen van criminaliteit kan faciliteren en zelfs maskeren. Doordat de huidige maatschappij bepaald wordt door stromen van mensen, goederen, geld en vooral van informatie, geldt dit des te meer voor de verschijnselen van criminaliteit, waarvan terrorisme een duidelijk voorbeeld is.
– Doordat we nu tijd en ruimte vlot kunnen overbruggen, zijn ze niet minder belangrijk maar juist essentieel geworden. Het feit dat de tijd bij wijze van spreken aan onze voeten ligt, maakt niet dat we er meer controle over hebben. In tegendeel, waarschijnlijk heeft tijd een sterkere grip op ons gekregen. Fracties van seconden, real time, eeuwige bereikbaarheid en ononderbroken verbindingen bepalen nu ons doen en laten.
– Ook het begrip ruimte is veranderd van karakter. De wereld is een dorp geworden. Tot nu toe had de politie een gebiedsgebonden aanpak waar kennen en gekend zijn een belangrijk rol spelen. In de afgebakende functionaliteit van wijkwerking is de lokale omgeving nog steeds essentieel. Maar voor vele andere functionaliteiten van de politie speelt het begrip ruimte nu een andere rol. De natuurlijke omgeving wordt als relevante context steeds meer vervangen door een sociale, digitale, internationale omgeving die we zelf construeren.
Waar bevindt de politieorganisatie zich op grote schaal? Welke rol spelen we op kleine schaal? Ik denk dat wat deze vraagstukken betreft, er twee pistes zijn die we moeten bewandelen:
– De politieorganisatie kan overwegen om zich te hervormen tot een netwerkorganisatie, waarin decentrale politienetten dynamisch samenwerken aan dezelfde doelstellingen, maar op een radicaal andere manier dan nu en rekening houdend met de eisen van de netwerkmaatschappij.
– Informatie wordt, meer nog dan gisteren, de gangbare valuta in de netwerkmaatschappij en de belangrijkste grondstof voor de productie van diensten. Kennis en informatie waren en blijven vitale politionele grondstoffen, maar zoals we al gezien hebben, verliezen ze meer en meer onze poleposition. Het zou ons helpen indien we als een netwerkorganisatie kunnen inspelen op concrete bewegingen en trends binnen andere netwerken.
Het opbouwen van een strategische informatiepositie is hierbij een noodzakelijke voorwaarde. ICT is en blijft de schakel om noodzakelijke verbindingen tussen organisaties te realiseren zodat – ongeacht tijd en locatie – mensen en organisaties effectief kennis en informatie met elkaar kunnen delen en met elkaar kunnen communiceren. Dit zal gevolgen hebben voor het type van samenwerkingsrelaties die we hebben met andere publieke en private partijen, maar zeker voor de interne organisatie van de politie. Dat dit momenteel onnatuurlijk aanvoelt is te begrijpen. Binnen de huidige politieorganisatie zijn zich weinig mensen bewust van de nieuwe rol die we zullen krijgen in de netwerksamenleving, of we dat nu willen of niet
De politie is een overheidsbedrijf en het lijkt dus logisch om aandacht te hebben voor moderne ontwikkelingen in de bedrijfswereld. Daar waar commerciële en private bedrijven voluit voor winst gaan bij het ontwikkelen en verkopen van hun producten en diensten, is het voor een overheidsdienst eenvoudiger. Winst maken is geen doelstelling; winst maken mág geen doelstelling zijn en zoals één van mijn korpschefs zei: “Je kunt geen taart bakken zonder eieren te breken.” We ontwikkelen en brengen een product of een dienst binnen onze specifieke overheidsopdracht, maar doen dat natuurlijk wel met aandacht voor goed management en bestuur. Dit begint bij een transparante en gestroomlijnde structuur, een ideaal dat voorlopig nog zoek is bij de Belgische politie.
Hoog tijd voor ‘de/een nieuwe politie’ !!
De Flik / Steven De Smet verzorgt op 14 november het college ‘De Nieuwe Politie’ in de Collegereeks ‘Veiligheid, recht en bestuur’ van het Haags Congres Bureau.