De politie komt in verschillende lagen binnen de organisatie kennis en kunde te kort om de alsmaar groeiende internetcriminaliteit goed te kunnen bestrijden. Dat zegt bijzonder hoogleraar Politiestudies en cybersafety Wouter Stol. ,,Iedereen kan te maken krijgen met online pesten of identiteitsfraude als gevolg van een kleine ruzie.” Het Centraal Planbureau wees afgelopen zomer nog op de lage pakkans van internetcriminelen. Zo ontving de politie tussen 2005 en 2014 maar 16.000 aangiftes van hacken, terwijl volgens het CBS een op de negen Nederlanders vorig jaar slachtoffer was van cybercrime. Slechts 130 daders zijn bestraft, minder dan één procent van het aantal aangiftes.
Volgens hoogleraar Wouter Stol komt dat doordat er te weinig agenten zijn met de kennis om de zaken op te lossen. Er is weliswaar een landelijk cyberteam van 120 specialisten, maar dat is te weinig mankracht om de cybercriminaliteit volledig te bestrijden. Stol wil daarom dat iedereen binnen de politie een basiskennis heeft van cybercrime en ICT, van de wijkagent tot de chef.
Ruiten
Cybercriminaliteit gaat niet alleen over zaken als hacken en ransomware, ook kleinere conflicten zoals burenruzies en aanrijdingen worden steeds vaker online uitgevochten. ,,Waar buren vroeger bij een ruzie nog elkaars ruiten ingooiden, maken ze elkaar nu belachelijk op internet”, aldus Stol. Als de wijkagenten de juiste kennis hebben, kunnen ze dit soort conflicten makkelijker herkennen en voorkomen. Dat is nu te weinig het geval.”
Bron: AD