In een reeks van 5 artikelen doen we verslag van het HCB Seminar ‘Toezicht in Transitie 2021 – Trends in Toezicht & Tips voor het nieuwe kabinet’ georganiseerd op 17 mei 2021 door het Haags Congres Bureau.
Deel 1: Positie kiezen als toezichthouder
Nadat organisator en eigenaar van het Haags Congres Bureau Elwin Veldhuis de aanwezigen heeft begroet, licht Paul van Dijk, consultant op het gebied van toezicht en tevens de middagvoorzitter van het seminar, een aantal trends in toezicht toe, vooral in beleidsmatige en politieke context. Hij geeft aan dat een doel van dit seminar ook is om het nieuwe, thans nog te formeren kabinet concreet een aantal tips mee te geven hoe het toezicht de komende jaren zou moeten worden vormgegeven.
Er heeft een omslag bij de Inspectieraad plaatsgevonden; de Inspectieraad heeft aan de informateur een brief heeft gestuurd waarin de rijksinspecties zich voorstander verklaren van een Wet op de rijksinspecties. Paul wijst erop dat rijksinspecties en (markt)toezichthouders zich de komende tijd moeten gaan afvragen hoe zij zich in het (politieke) krachtenveld positioneren. Dat zal voor elke toezichthouder anders zijn, maar het is goed dat zij zich daarvan bewust worden.
Dat toezichthouders zich recent reeds met die positionering bezighouden, blijkt uit een aantal voorbeelden. Zo heeft de Autoriteit Woningcorporaties aangegeven dat zij te veel aanwijzingen ontvangt van de betrokken Minister, heeft de AP aangedrongen op meer budget en heeft de ACM te kennen gegeven behoefte te hebben aan een andere manier van financiering.
Paul wijst op de kinderopvangtoeslagaffaire. Er is een politieke en maatschappelijke discussie waarin onder meer wordt gezegd dat de ‘menselijke maat’ dient terug te keren en dat de overheid meer transparant dient te zijn. Paul geeft aan dat toezichthouders zich moeten gaan afvragen wat dit precies voor hen betekent. Het kabinet heeft aangegeven meer signalen te willen van toezichthouders.
Vragen bij de positionering zijn bijvoorbeeld: hoe ga je om met het gegeven dat burgers dan ook hulp en oplossingen van toezichthouders verwachten? Wat betekent dat voor de capaciteit en prioritering van een toezichthouder? En wat betekent het als ook toezichthouders de ‘menselijke maat’ willen ‘bieden’?
In maatschappij en politiek is behoefte aan meer dualisme tussen regering en parlement. Het kabinet kan veel hebben aan toezichthouders. Ministers kunnen toezichthouders zien als uitvoeringsorganisaties. Toezichthouders hebben ook zelf een eigen verantwoordelijkheid en dat is het behartigen van de publieke belangen die in de wet zijn vastgelegd. Paul wijst op de mogelijkheid dat – een lid van de – Tweede Kamer rechtstreeks contact heeft met toezichthouders. De zogenaamde oekaze-Kok is onlangs vervangen door nieuwe aanwijzingen, maar nog steeds vraagt de Tweede Kamer toestemming aan een minister om met een rijksinspectie te mogen praten.
Paul sluit zijn overzicht van de trends in toezicht af met de constatering dat het de komende tijd belangrijk zal zijn dat toezichthouders zich ten aanzien van de politiek goed positioneren.