11:21
21 november 2024

Vermogenscriminaliteit en mobiel banditisme: introductie

Vermogenscriminaliteit en mobiel banditisme: introductie

Toine Spapens, Dina Siegel en Tom Vander Beken. (2024). Vermogenscriminaliteit en mobiel banditisme: introductie. Tijdschrift voor Criminologie (66) 2, 117-130.

Inleiding
In dit themanummer van het Tijdschrift voor Criminologie staan traditionele vermogenscriminaliteit en mobiel banditisme centraal. Daarmee doelen we op delicten zoals inbraak en diefstal van uiteenlopende goederen (bijvoorbeeld voertuigen, fietsen, onderdelen van voertuigen en metaal), overvallen en straatroof, en winkeldiefstal. Uiteenlopende vormen van fraude en (online) oplichting of afpersing blijven buiten beschouwing. Het gaat bij traditionele veelvoorkomende vermogenscriminaliteit nog altijd om een vorm van misdaad waarmee de samenleving in belangrijke mate wordt geconfronteerd en waar burgers en ondernemers vaak het meeste ‘last’ van hebben. Alle reden derhalve om een themanummer te wijden aan dit onderwerp.

De onderwerpen in het criminologisch onderzoek dat in de afgelopen decennia in het Nederlandse taalgebied is uitgevoerd naar traditionele vermogenscriminaliteit zijn zeer verschillend, uiteenlopend van studies, met inbegrip van beleidsonderzoek en criminaliteitsbeeldanalyses, naar specifieke vormen van vermogenscriminaliteit en mobiel banditisme, slachtofferonderzoek en -enquêtes en evaluaties van preventiemaatregelen en andere interventies, tot onderzoek naar motieven en keuzes van daders. Het is hier niet de plaats om deze allemaal uitgebreid te behandelen. We beperken ons tot onderzoek naar vormen van vermogenscriminaliteit enerzijds en mobiel banditisme anderzijds, en het werk van Belgische en Nederlandse onderzoekers op het terrein van keuzes van daders, waarbij de nadruk ligt op woninginbrekers.

Wanneer we zoeken naar publicaties in (Nederlandstalige) criminologische tijdschriften die betrekking hebben op specifieke fenomenen, betrof het overvallen op woningen, zakkenrollerij, straatroof, winkeldiefstal en diefstal met geweld (Christiaensen, 1989; Kapteyn, 1989; Goethals & Peters, 1991; De Ruyver, 2006; Van Daele et al., 2008; Van Daele & Vander Beken, 2010; Siegel, 2013; Rovers & Mesu, 2015; Van Gestel, 2017b). Daarnaast zijn er diverse beleidsgerichte studies verschenen naar (de aanpak van) fietsdiefstal, autodiefstal, ladingdiefstal, overvalcriminaliteit en heling, alsmede mobiel banditisme (Ferwerda et al., 2005; Kuppens et al., 2006, 2020; Van Gestel, 2014; Inspectie Veiligheid en Justitie, 2014; Van Gestel & Kouwenberg, 2016; Van Gestel, 2017a, 2017b; Rusev et al., 2023; Laskai et al., 2023; Mouris et al., 2023a, 2023b). Tot slot krijgt vermogenscriminaliteit aandacht in dreigingsbeelden die door de Nationale Politie worden opgesteld, maar waarvan de verdiepende deelstudies die specifiek over die vorm van misdaad gaan, sinds 2012 niet meer openbaar worden gemaakt.

Een onderzoekslijn die zowel in België als in Nederland in de afgelopen jaren tot een aanzienlijk aantal publicaties heeft geleid, vertrekt vanuit het perspectief van omgevingscriminaliteit en onderzoekt de locaties waar woninginbrekers actief zijn en de keuzes die zij maken om al dan niet in specifieke woningen in te breken (Bernasco & Nieuwbeerta, 2005; Bernasco, 2006, 2009, 2018; Bernasco & Kooistra, 2010; Van Daele et al., 2012; Vandeviver et al., 2015a, 2015b; Townsley et al., 2016; Peeters, 2016; Peeters et al., 2018; Vandeviver & Bernasco, 2019; Vandeviver & Steenbeek, 2019). Dergelijke studies gaan bijvoorbeeld uit van de veronderstelling dat de keuze van een woning waar wordt ingebroken zowel van de omstandigheden ter plaatse als van de kenmerken van de dader afhankelijk is. Hierop kan vervolgens worden gereageerd met het nemen van preventiemaatregelen. Dergelijke studies worden bijvoorbeeld uitgevoerd aan de hand van registratiegegevens omtrent woninginbraken, die worden gekoppeld aan kenmerken van wijken en hun bewoners, en de afstand tussen de woning van de dader en de pleegplaatsen. Een andere benadering is het uitvoeren van observaties in wijken en gesignaleerde kwetsbaarheden te koppelen aan politiegegevens, of te werken met ex-daders met inbraakervaring, bijvoorbeeld door met hen wijken in te gaan om in kaart te brengen waar zij op letten. Een nieuwe methode in dat licht is het ‘nabouwen’ van situaties in virtual reality, waarna inbrekers met ervaring, en eventueel ook een controlegroep van ‘gewone’ burgers, wordt gevraagd hoe zij kwetsbaarheden van woningen of wijken beoordelen en hun gedragskeuzes daarop aanpassen (Van Sintemaartensdijk & Meenaghan, 2024; Van Sintemaartensdijk et al., 2024; zie ook Sergiou, Elffers & Van Gelder in dit nummer).

In het vervolg van deze introductie gaan we beknopt in op ontwikkelingen in (geregistreerde) vermogenscriminaliteit in de Lage Landen, in het bijzonder op enkele specifieke vormen daarvan, zoals woninginbraak, autodiefstal en ladingdiefstal, en meer uitgebreid op mobiele bendes, die in de laatste jaren een toenemend aandeel lijken te hebben gekregen in de cijfers ten aanzien van locatiegebonden vermogens­criminaliteit.

Lees verder via tijdschriften.boomcriminologie.nl

Meer leren over radicalisering, whitecollar-crime en de bevoegdheden van de burgemeester op het gebied van OOV? Kom naar de HCB Seminars ‘Topsprekers in Veiligheid 2024’ op 6 november met Bram Sizoo, Bob Hoogenboom en Jan van der Grinten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *