Zo noemde premier Rutte de raddraaiers uit Zaandam, die de politie openlijk voor de camera’s te kakken zette, obsceen gedrag vertoonde en zelfs op een politieauto stond te springen. Ik heb geen moeite mee met de gebruikte term door Rutte. Zeg nou eerlijk, is dat niet precies wat jij ook dacht? Rutte leek me oprecht boos, maar je weet het nooit met politici. Met aankomende verkiezingen zou het ook retoriek kunnen zijn.
Jeroen Pauw had de euvele moed om in de rechtstreekse tv-uitzending een van de raddraaiers te vragen of deze zijn zonnebril wilde afzetten. Natuurlijk deed die man dat niet, hij zette zich wel af tegen alles wat maar riekt naar gezag en autoriteit. Rutte, de burgemeester en de politie bepalen niet hoe hij zich moet gedragen, dat bepaalt hij zelf wel. De gemeente moet zorgen voor een toezichtloos buurthuis. Hij is slachtoffer van de Nederlandse staat, hij wordt gediscrimineerd en constant en vooral onterecht lastig gevallen door de politie. Weet Jeroen veel? Hij is dagelijks bezig met het programma te vullen en danst naar de pijpen van zijn bazen, die voornamelijk hoge kijkcijfers nastreven.
Raadslid Juliëtte Rot van Zaandam, die de courage had in dezelfde uitzending van Pauw de confrontatie aan te gaan met de zonnebrillenclub uit de wijk Poelenburg, vertelde dat burgemeester Geke Faber jarenlang haar bevoegdheden niet had gebruikt en dat ambtenaren belangrijke stukken met betrekking tot de overlast in die wijk niet ter inzage voorgelegd kregen. Volgens die ambtenaren viel de overlast derhalve wel mee. Pas toen de filmpjes op YouTube verschenen, kon niemand er meer omheen.
Een dag later zitten Burgemeester Grave en twee politiemensen bij Pauw aan tafel. De dienders, die eveneens waren aangeschoven, maken duidelijk hoe zij gebonden zijn aan wet- en regelgeving, dat de vloggers alleen maar filmpjes tonen waarin zij zelf stoer overkomen en daardoor in aanzien stijgen bij hun publiek. De burgemeester heeft slechts een samenscholingsverbod en gebiedsontzegging in de hoge hoed en toch nog maar een gesprek met de raddraaiers over een buurthuis. Wat ’n schertsvertoning!
De politie zat er ’n beetje beduusd bij, zo leek het. Praten en sussen, prima. Optreden, akkoord. Hardhandig ook, als het moet. Maar zou de politie niet opnieuw de kop van jut zijn als dan net iets te hard wordt opgetreden? Zal de burgemeester deze politiemensen dan openlijk ondersteunen in hun optreden? Zit er dan niet een ander stelletje betweters bij Pauw aan tafel die schande roepen over het brute politieoptreden?
Het gaat immers om kijkcijfers, nietwaar?
Jacques Smeets
pensionado at Regiopolitie Limburg-Zuid
N.B. Deze column verscheen in oktober 2016 in het vakbondsblad van de Nederlandse Politiebond (NPB), dePolitie