Eén van de crisisregelmatigheden is gericht op bureaupolitiek. Na crises zien wij vaak, zo luidt de propositie (Rosenthal, 1984) forse bureaupolitieke strijd tussen personen en organisaties opkomen. In de eerste uren van de crisis zelf is er veel solidariteit en werkt men behoorlijk samen; na afloop wordt dat spoedig minder en komen personen en organisaties vaak veel meer tegenover elkaar te staan. Dan wordt de balans opgemaakt, worden rekeningen vereffend en worden boete en schuld toebedeeld. Er is personen en organisaties vaak veel aan gelegen om na afloop een zo goed mogelijk beeld van henzelf of hun organisatie neer te zetten. De balans opmaken betekent immers ook dat de nieuwe posities en rollen worden bepaald.
In Frankrijk is deze strijd nu volop gaande. Ik verblijf momenteel in Frankrijk en volg daarmee wat intensiever de Franse media ; hoewel intensief? Ik zal er gelijk bijzeggen dat het stuk in de NRC van afgelopen dinsdag 26 juli (heerlijk ook om gewoon digitaal je Hollandse krant(en) te kunnen blijven lezen!) mij ook wel aansprak. ‘Ik hoef het niet meer te weten’ en ‘ Weg met die foute wereld’ luidden de koppen van het artikel van Reinier Kist en Lineke Nieber dat opende met de zo herkenbare eerste regels:
Een bomaanslag voor de ingang van een muziekfestival. Een doorgedraaide man met een machete. Doden en gewonden bij een schietpartij in een winkelcentrum. Een treinreiziger met een bijl en een mes. Een aanslag met een vrachtwagen in Nice. Een mislukte coup in Turkije. Een schietpartij in Dallas. Waar zijn toch die onbezorgde, saaie zomers gebleven? De zomers waarin het spannendste nieuws een agressieve oehoe was? Een poema op de Veluwe?
Ook ik ben niet meer in staat (en wil dat eigenlijk ook niet meer) alle aanslagen, geweldsuitbarstingen en gestoorden die van zich lieten horen uit elkaar te houden: Frankrijk, Duitsland, de VS, Japan … Ik behoor zeker niet tot de groep die al het nieuws – waar het artikel over gaat – eigenlijk maar niet meer volgt, maar begrijp wel dat er meer en meer mensen zijn die bewust afhaken. Wanneer was de laatste zomer dat er nog gesproken kon worden van komkommertijd. Vorig jaar de vluchtelingen, in 2015 de MH17.
Mijn primaire focus hier is Frankrijk en daarover enkele observaties. In één van mijn mails zag ik een lijstje voorbijkomen met een aantal opvallende verschillen tussen een terroristische aanslag en andere incidenten (inzet speciale eenheden, onduidelijkheid situatie, risico’s hulpverleners, oorlogswonden, grote maatschappelijke onrust e.d.). Aan die lijst kan zeker ook de heftigheid van de bureaupolitieke strijd worden toegevoegd.
Na de gebeurtenissen in Nice, maar ook na de moord op de priester in Normandië, staan niet alleen de media vol met analyses over gemaakte fouten e.d., maar strijden de politici om het hardst. De nieuwe presidentsverkiezingen staan voor de deur en logisch is de aanpak van dit ongekende extremistische (veelal IS-gerelateerde) geweld – dat begin 2015 met de aanslag op Charlie Hebdo begon en maar geen einde lijkt te kennen – het centrale thema geworden. Na Nice is er volop discussie ontstaan en gaan de verwijten over en weer hoe het toch mogelijk was dat de dader Bouhlel zomaar met een vrachtauto de Promenade des Anglais kon inrijden (verbod voor zwaar vervoer sinds 2014), kennelijk de dagen ervoor dat ook al getest had, de nationale politie vrijwel afwezig was terwijl de verantwoordelijke minister Cazeneuve direct na de aanslag nog zei dat ‘la police nationale était présente, et très présente, sur la Promenade des Anglais’ was. Verder laaide de discussie op over de verantwoordelijkheden van het departement, de gemeente Nice (die een heel beperkte rol speelt; toch de vijfde stad van Frankrijk) en de rijksoverheid – alle met hun eigen (politie)organisaties en speciale eenheden. Ook startte de discussie over de camerabeelden en wie daar beschikking over kon en mocht hebben en de wens vanuit het OM om juist weer bepaalde beelden te vernietigen.
Bij de moord op de priester in Normandië is geen sprake meer van een lone wolf, maar zijn beide daders al bekenden van de inlichtingendiensten. Ook daarom volop verwijten en vragen hoe het mogelijk is dat deze personen nog de gelegenheid hadden dit te doen. Een verhardend politiek klimaat aan de ene kant en een zekere mate van wanhoop (vaak geuit in stevige taal) aan de andere kant tekenen de huidige sfeer. Zowel de politieke strijd als de bureaupolitieke strijd is volop losgebarsten na deze gebeurtenissen. De sterk centrale sturing (alles gaat over of via Parijs) kent soms haar voordelen en suggereert stevigheid om deze oorlog te winnen, maar toont ook gelijk volop de kwetsbaarheden. Na Charlie Hebdo en Bataclan werd de centrale aansturing op veiligheid en terrorismebestrijding vergroot, maar juist dat maakt het voor de president en de regering nu zo lastig. De verwijten jegens de nationale politie en de inlichtingendiensten worden daarmee des te harder. De (bureau)politieke strijd is in alle hevigheid losgebarsten en zal blijven zolang zich nieuwe aanslagen voordoen.
Menno van Duin
Lector Crisisbeheersing
Bron: IFV
Lees verder via Nederlands Dagblad – Alledaags terrorisme doet zichzelf de das om