09:49
17 november 2024

School doet weinig aan democratische ontwikkeling

School doet weinig aan democratische ontwikkeling

Jongeren krijgen op school amper de kans positieve ervaringen op te doen met democratische besluitvorming en te kunnen opkomen voor eigen standpunten en belangen. Vooral vmbo-leerlingen worden weinig uitgedaagd.

Volwassenen besluiten
Dat blijkt uit een proefschrift van UvA-promovendus Hessel Nieuwelink. Op school worden de besluiten meestal door docenten genomen. Soms worden de standpunten van leerlingen meegenomen. Als leerlingen al samen een besluit kunnen nemen, dan gebeurt dat veelal door te stemmen; daar voorafgaand uitgebreid over discussiëren is eerder uitzondering dan regel. Ook in het verenigingsleven nemen volwassenen vrijwel altijd de besluiten en is er eveneens weinig ruimte voor collectieve besluitvorming. Thuis wordt er in de beleving van jongeren wel goed naar hen geluisterd en wordt veelal consensus gezocht. Met vrienden gaat dat op een vergelijkbare manier.

Praten over politiek
Jongeren in het vwo discussiëren buiten school regelmatig met vrienden en familie over dagelijkse activiteiten en sociale en politieke onderwerpen. Voor vmbo’ers geldt dat in veel mindere mate. Net als thuis en met vrienden, zijn het op school vooral de vwo-jongeren die positieve ervaringen met democratie kunnen opdoen. Deze jongeren vinden dat docenten van vakken als geschiedenis en maatschappijleer hen regelmatig aanmoedigen om te discussiëren over alledaagse activiteiten in de school. ‘De vmbo’ers vertellen dat er in hun klassen veel minder ruimte is om over dergelijke onderwerpen te spreken. Vergelijkbare resultaten worden gevonden als het gaat om praten over de politiek’, aldus Nieuwelink.

Vwo’er eendimensionaal
In de eerste schooljaren zijn er volgens Nieuwelink vrijwel geen verschillen tussen vmbo- en vwo-jongeren. Bij het nadenken over besluitvorming stellen de jongeren niet hun eigen belangen centraal maar kijken naar manieren waarop het algemeen belang kan worden gediend. De meeste jongeren hebben een voorkeur voor meerderheidsbesluitvorming. Naarmate ze ouder worden, is opvallend dat jongeren in het vmbo vaker vasthouden aan denkbeelden waarin zij niet kiezen voor een principe van democratie maar meerdere principes meenemen, zoals het vinden van overeenstemming of het meenemen van zowel de belangen van minderheden als de wensen van de meerderheid’, aldus Nieuwelink. Bij de vwo-jongeren is daarentegen een trend te vinden richting het uitsluitend nadruk leggen op meerderheidsbesluitvorming. ‘Deze eendimensionale opvatting van democratische besluitvorming vertalen zij vervolgens naar alledaagse situaties. Hun aanvankelijke, meer multidimensionale denkbeelden over besluitvorming in het dagelijks leven worden gekoloniseerd door een ‘platte’ voorstelling van de werking van de politieke democratie’, aldus de promovendus.

Jongeren in het vwo ontwikkelen een sterkere maatschappelijke en politieke betrokkenheid naarmate zij ouder worden. Actieve participatie in de politiek achten zij vooral geschikt voor mensen met een hogere opleiding. Daarnaast leggen zij op latere leeftijd sterker de nadruk op procedurele aspecten in de omgang met sociale of politieke vraagstukken. ‘De meerderheid moet simpelweg beslissen’, aldus Nieuwelink.

Republikeins
In de denkbeelden van jongeren in het vwo is volgens hem een procedureel republikeins type van burgerschap te herkennen. Vmbo-jongeren vinden het belangrijk dat mensen elkaar helpen, maar blijven weinig waarde hechten aan politieke participatie. Hun betrokkenheid schuilt meer in het zorgen voor hun naasten door op ieders welbevinden te letten. Bij het nadenken over sociale en politieke vraagstukken is er bij deze jongeren een grotere nadruk op inclusiviteit te herkennen: het algemeen belang kan in hun ogen het beste gediend worden door ieders belangen mee te nemen en naar consensus te zoeken.

Toenemende verschillen
Nieuwelink constateert dat gedurende de schooltijd de verschillen tussen de leerlingen van het vmbo en het vwo groter worden. En het onderwijs lijkt daarin volgens hem een rol te spelen. ‘De mogelijkheden die de school heeft om leerlingen positieve ervaringen met democratie op te laten doen, worden onvoldoende benut. Vooral scholen in het vmbo lijken voor jongeren op dit moment niet een relevante plek om te leren reflecteren op democratische vraagstukken en positieve houdingen ten opzichte van democratie te ontwikkelen.’

Bron: BinnenlandsBestuur

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *