Wat kan het jongerenwerk betekenen in het voorkomen of tegengaan van radicalisering? Dat was de belangrijkste vraag die BVjong, de beroepsvereniging voor kinder- en jongerenwerkers in Nederland stelde, tijdens twee expertmeetings in het voorjaar 2015 in Venlo en Gouda. Centraal staan hier de volgende vragen:
Wat is de rol van het jongerenwerk bij signalen van radicalisering?
Wat hebben de jongerenwerkers daarvoor nodig?
De beelden van de aanslagen bij Charlie Hebdo in Parijs staan nog nauw bij iedereen op het netvlies als we de expertmeetings organiseren. Niet wetend dat de aanslagen op 13 november 2015 in Parijs nog zouden komen. Al geruime tijd krijgen jongerenwerkers in verschillende steden signalen die zorgen baren. Een aantal jongerenwerkers in Nederland is getraind in het herkennen van radicaliseringssignalen en zijn betrokken bij het ontwikkelen van een adequate aanpak. Wat die aanpak moet zijn, is echter nog niet zo makkelijk. Signalen zijn niet altijd snel te herkennen, oorzaken niet eenvoudig te benoemen en een juiste aanpak daarom ook lastig te formuleren. Daar worstelt de hele westerse samenleving mee. Jongerenwerkers dus ook. Het jongerenwerk wordt vaak de ogen en oren in de wijk genoemd. Deze professionals worden geconfronteerd met radicale ideeën van jongeren en gaan het gesprek met ze aan. Ondanks een verschil van mening probeert de jongerenwerker in contact te blijven met de jongeren. Door deze verbinding kunnen zij radicalisering signaleren en proberen bij te sturen. Maar is dit voldoende, moet het jongerenwerk meer doen en zo ja, welke bagage hebben zij daarvoor nodig?
Lees verder via BVJong – Rol van het jongerenwerk bij de aanpak van radicalisering