Menig toezichthouder heeft de mond vol van effectiviteit, transparantie en verantwoording, maar moet toezicht niet ook representatief zijn?
Nederlandse toezichthouders boren verschillende bronnen aan om de legitimiteit van hun optreden aan te tonen. Ze zeggen effectief te zijn (output-legitimiteit), ze streven transparantie na (throughput-legitimiteit) en ze zijn bereidverantwoording af te leggen (feedback-legitimiteit).
Minder woorden worden gewijd aan input-legitimiteit, aan toezicht als uiting van “de wil van het volk”. Toch zijn ook hierover vragen te stellen. In hoeverre behartigen toezichthouders belangen van burgers en bedrijven? Hoort representeren bij toezicht? Iets voorzichter geformuleerd, (hoe) moeten zij ruimte maken voor de inbreng van anderen?
Is representatief toezicht een voorwaarde of juist een belemmering voor goed toezicht? Hoe ga je om met input als je een onafhankelijke en onpartijdige en onpartijdige toezichthouder wil zijn? En hoeveel ruimte is er voor invloed van anderen als je de minister als je opdrachtgever beschouwt?
Nederlandse toezichthouders denken zeker na over communicatie, maar vaker over zenden dan over ontvangen. Uiteraard wordt van burgers en bedrijven verwacht dat zij signalen doorgeven. Organisaties als ACM en DNB doen pogingen om de buitenwereld actief te betrekken bij prioriteiten. Maar het blijkt niet altijd eenvoudig, niet voor de toezichthouder en niet voor de buitenwereld.
En voorbij Hazeldonk? De OESO stelde vast dat stakeholders steeds meer worden betrokken bij regelgeving, maar nog nauwelijks bij de uitvoering en handhaving ervan. De Amerikaanse hoogleraar Cary Coglianese vindt dat ‘public engagement’ een prioriteit moet zijn voor een toezichthouder. Het publiek moet gezien worden als een partner in het besluitvormingsproces.
In Nederland pleitte Adriejan van der Veen voor “evenredige en diverse vertegenwoordiging van maatschappelijke belangen” in het markttoezicht. Margot Aelen pleitte voor inspraak in het markttoezicht. Deze oproepen zijn niet gevolgd door veel warme steunbetuigingen. Onlangs constateerde Jan Schinkelshoek bij een presentatie van rijksinspecties dat het ‘burgerperspectief’ zo vaak voorkomt dat het al sleets begint te klinken. “Vooral omdat het te vaak ongevuld blijft.”
Tijdens het Nieuwspoort Seminar, op 1 juni ging de Leidse hoogleraar Kutsal Yesilkagit in op het spanningsveld tussen effectiviteit en legitimiteit. Hij spreekt daarbij ook over representatie als bron van legitimiteit. Annetje Ottow en Femke de Vries besteden aandacht aan principes van goed toezicht en aan effectiviteit, transparantie en verantwoording. Chris Fonteijn (ACM) reflecteert vanuit de praktijk van het markttoezicht. De middag wordt afgesloten met een debat met een vertegenwoordiging uit de Tweede Kamer.
Paul van Dijk