Bij het natafelen na een goede maaltijd raakte ik in gesprek met vier jongedames over het onderwerp cultuur en religie. Al snel ging het over de ontmoeting tussen verschillende culturen en religies. Zo sneed ik het effect van religieuze dogma’s en rituelen op de verhouding tussen mensen van verschillende religies aan en wat dit voor gevolgen voor de samenleving heeft. Een van de dames merkte op dat ze met iedereen het gesprek wilde aangaan, maar dat ze uiteindelijk alleen zou trouwen met een moslimman. Daarop reageerde ik met de stelling dat dergelijke religieuze uitgangspunten de ‘echte’ ontmoeting tussen culturen en mensen in de weg staan.
De ruimte voor ontmoeting wordt kleiner naarmate verschillende groepen en individuen in de samenleving zich op basis van religie extremer manifesteren. Er zijn een aantal factoren die aanzetten tot extremisme en het terugvallen op vertrouwde dogma’s, rituelen en religieuze stellingen. Allereerst speelde de economische crisis de afgelopen jaren een duidelijke rol. Door terugloop in rijkdom vond men dat de verdeling van werk en inkomen ten goede moest komen aan de “eigen” groep (ouderen). Daarnaast speelt het uitvergroten van tegenstellingen door media en politiek een splijtende rol. Het beduidend meer accentueren van de verschillen dan de overeenkomsten tussen mensen, werkt polarisatie in de hand. Vervolgens ontstaat een vicieuze cirkel van reactie en tegenreactie waar moeilijk uit te geraken is. Omdat zij geen rekening houden met ons, doen wij dat ook niet met hen. Er volgt een ongenuanceerde zoektocht naar manieren om elkaar keer op keer de baas te zijn.
Het gevolg is dat de basis voor het gesprek geheel verdwijnt. Religieuze gebruiken en regels die historisch gericht waren op het beheersen van impulsen en driften, zoals het vasten, worden nu misbruikt voor het voeren van deze machtsstrijd. Neem nu de oorlog in Syrië, waarin niemand meer weet wie “de goeden” en wie “de kwaden” zijn. Er zijn misschien wel tien verschillende groeperingen die in functie van het ware geloof, de heilige Islam, tegenover elkaar staan. Afgelopen jaren zien we dat ze steeds extremer in het bevechten van de ander zijn geworden. Met oogkleppen op wordt er louter nog vanuit het eigen dogmatisch groep(je) geredeneerd en niet meer naar elkaar geluisterd. Wat rest zijn alleen nog maar onoverbrugbare tegenstellingen tussen wij en zij en het vermeende goede en kwade.
Deugden zoals naastenliefde, zorgzaamheid, zelfbeheersing en zingeving zijn fundamentele waarden die het samenleven wereldwijd moeten bevorderen. Ironisch gezien liggen zulke deugden ook ten grondslag aan de vele religieuze stellingen en rituelen. Idealiter zouden deze deugden moeten leiden tot het met elkaar in gesprek gaan tussen religies, over de zin en betekenis hiervan. Helaas blijkt telkens weer dat het onwrikbare dogma gemakkelijker over het voetlicht te brengen is, dan het genuanceerde verhaal van de betekenis van waarden en zingeving. Ook op hèt niveau van de individuele religieuze keuze is het makkelijker terug te grijpen op vermeende zekerheden dan het gesprek met de ander open te voeren.
Maar toch als er al wetmatigheden zijn voor het goede of goddelijke leven, dan zijn ze universeel en gelden ze voor iedereen. En als er al een Opperwezen zou bestaan, dan is dit wezen echt niet geïnteresseerd in deelreligies, maar stijgt de zin van ons ‘zijn’ boven alle religies uit. Uiteindelijk zou het goddelijke binnenin ons zelf te vinden moeten zijn en in de onbegrensde, onvoorwaardelijke ontmoeting met elkaar: een samenleving gevoed door de bereidheid om het goede en waardevolle in elkaar te onderkennen en omarmen.
Raf Daenen wethouder Oirschot en docent maatschappelijke ontwikkeling Fontys