08:37
20 april 2024

Radicaal, orthodox of extremist? Achtergrondinformatie over radicalisering en polarisatie

Polarisatie hoeft niet altijd slecht te zijn. Het kan noodzakelijk zijn voor de emancipatie van minderheden. Dat verklaarde vicepremier Wouter Bos in een interview met de Volkskrant op 1 maart 2008. Bos: ‘Polarisatie is de enige manier om zaken verder te brengen.” Radicale jongeren vormen niet per definitie een gevaar voor de samenleving. De pedagoog Henk Blenkers stelde op een conferentie op de Hogeschool Windesheim op 15 oktober 2008.1 : “Een radicale leerling is een cadeau aan de leraar en de groep. [Hij of zij] staat in twee prachtige tradities. Het is allereerst een democratische traditie waarvan Voltaire in 1770 opmerkt: “Ik verafschuw alles wat u schrijft, maar zou mijn leven ervoor geven dat u het kunt blijven schrijven.” De andere (…) is een pedagogische traditie die uitersten in denken en gedrag van leerlingen (…) verbindt (…) met vragen en luisteren naar aspecten van [hun] identiteitsontwikkeling.’ Radicalisme was in de jaren 70 van de 20e eeuw minder beladen dan het nu is. Zo werd aan het kabinet Den Uyl deelgenomen door de Politieke Partij Radicalen (PPR), een keurige partij die onder leiding van Ria Beckers later is opgegaan in GroenLinks. Ook polarisatie werd in die tijd niet altijd als bedreigend ervaren: de periode tussen 1966 en 1982 wordt door geschiedschrijvers aangeduid als de tijd van de politieke polarisatie. Het was een tijd waarin er scherpe tegenstellingen bestonden tussen politieke partijen en de confrontatie bewust werd gezocht: het was een tijd waarin het nog volstrekt onmogelijk leek dat de PvdA van Joop Den Uyl en de VVD van Hans Wiegel in de jaren negentig onder leiding van Wim Kok en Hans Dijkstal een paarse coalitie zouden vormen. Tegelijkertijd waren de jaren 70 ook de jaren waarin in Nederland verreweg de meeste dodelijke slachtoffers (ruim 20) vielen als gevolg van terroristische aanslagen. Het ging in de meeste gevallen om slachtoffers die vielen bij acties van Molukkers of acties van (buitenlandse) links-extremistische groeperingen zoals de RAF of de separatistische IRA. Neo-nazi’s waren er in die tijd ook al, net als het dierenbevrijdingsfront of links-extremistische groepen als de Rode Jeugd, RARA en het militant autonomenfront. Er was in die tijd nog geen Nationale Coördinator Terrorismebestrijding (NCtB), geen nationaal Actieplan Polarisatie en Radicalisering en er werd ook niet met regelmaat bekend gemaakt wat het Actueel Dreigingsniveau was. Er werden geen trainingen gegeven aan bestuurders en politieagenten om polarisatie en radicalisering te herkennen en er was nog geen bataljon aan wetenschappers, kenniscentra en (commerciële) bureaus die zich met het onderwerp bezig hielden. Nu is dat anders. De maatschappelijke aandacht voor radicalisering, in het bijzonder voor de islamitische variant hiervan, is vooral sinds de aanslagen van 11 september 2001 sterk toegenomen. Met enig cynisme zou je kunnen zeggen dat er een antiradicaliseringsindustrie is ontstaan.

Lees verder via ABC Kenniscentrum – Radicaal, orthodox of extremist? Achtergrondinformatie over radicalisering en polarisatie

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *