Leerlingen uit groep 8 van de basisschool maken de komende drie weken voor het eerst de doorstroomtoets. Die toets vindt eerder in het jaar plaats dan de eindtoets, die voorheen werd afgenomen.
Enkele dagen voordat ze de toets maken, krijgen leerlingen het schooladvies van hun leraar en na de uitslag van de toets melden alle kinderen zich tegelijk aan voor de middelbare school. Deze volgorde moet kansenongelijkheid verminderen.
“De doorstroomtoets is belangrijker voor kinderen uit kansarme gezinnen dan uit kansrijke”, legt hoogleraar sociologie Thijs Bol uit. Hij doet onderzoek naar kansenongelijkheid in het onderwijs. “Voor de kinderen uit kansarme gezinnen is het vaker zo dat ze op de toets laten zien dat ze toch meer in hun mars hebben dan wat hun docent misschien dacht. Dat kan dus leiden tot een bijstelling van hun advies.”
Nauwelijks bijgesteld
In de oude situatie zat er een aantal maanden tussen het advies van de docent en de eindtoets. Als de uitslag van de eindtoets hoger was dan het advies van de docent, kon het kind zich op een andere school inschrijven. Maar in de praktijk gebeurde dat vaak niet meer, zegt Bol. “Als iemand zich eenmaal voor de havo had aangemeld, werd niet meer voor het vwo gekozen als na de toets bleek dat dat niveau beter paste.” Wel brachten ouders met voldoende geld voor bijlessen hun kind een paar maanden naar bijles om te oefenen voor de toets zodat het een hoger advies zou krijgen.
Lees verder via nos.nl.