Het gezicht van criminaliteit verandert. Bendes van oplichters en fraudeurs opereren steeds vaker vanachter een toetsenbord en bevinden zich meestal in het buitenland. Dit maakt cybercrime lastig, maar niet onmogelijk, om te bestrijden. De politie heeft daarbij wel de hulp van burgers nodig. Vrijwilligers helpen onder meer als surveillant op het dark web.
Steeds vaker worden Nederlanders slachtoffer van cybercriminelen. Het kan je opa zijn, die met één klik op een ‘betaalverzoek’ al zijn spaargeld kwijt is. Je nichtje, dat gechanteerd wordt met privéfoto’s die bij een databreach zijn buitgemaakt. Of je kunt zelf ineens niet meer bij al je bestanden, waaronder al je foto’s van de afgelopen tien jaar. Allemaal dingen waarvan je niet wil dat ze jou of anderen overkomen. De politie, die er is om de burger te beschermen, zet daarom ook in op de bestrijding van cybercrime. In regionale en landelijke teams, die nauw samenwerken met collega’s in het buitenland, werken verschillende soorten specialisten. It’ers, maar ook door de wol geverfde politiemensen met een achtergrond in verschillende opsporingsgebieden.
Lees verder via tweakers.net
Meer leren over risico’s en randvoorwaarden bij burgeropsporing? Kom 11 april naar het Nieuwspoort Seminar ‘De Veilige Gemeente 2019 – Burgers in opsporing’ georganiseerd door het Haags Congres Bureau. Met Wim van Amerongen (Nationale Politie), Arnout de Vries (TNO), Eric Bervoets (Bureau Bervoets), Ronald van Steden (VU Amsterdam, SMV) en Marnix Eysink Smeets (Inholland).