De politie krijgt meer informatie los tijdens verhoren als de verdachten niet te veel onder druk worden gezet, zo blijkt uit een nieuwe studie. Verdachten leggen vaker waardevolle verklaringen af als rechercheurs open vragen stellen, wat humor tonen en de aanwezigheid van een advocaat tolereren. Verhoren die in een vijandige sfeer verlopen en waarbij veel gesloten en suggestieve vragen worden gesteld, zijn over het algemeen minder effectief. Dat melden onderzoekers van de Erasmus Universiteit in een studie die is uitgevoerd in opdracht van het onderzoeksprogramma Politie & Wetenschap. Hoofdonderzoeker Willem-Jan Verhoeven bestudeerde 54 letterlijk uitgewerkte gedachtenverhoren en interviewde veertien rechercheurs. Op basis van zijn bevindingen concludeert hij dat het averechts werkt om verdachten tijdens een verhoor onder druk te zetten. Ook het verhoren van een verdachte zonder de aanwezigheid van een advocaat is volgens hem niet aan te raden. Het beste kunnen rechercheurs de verdachte en advocaat zelfs inzage geven in het dossier, stelt Verhoeven. Dat leidt volgens hem tot wederzijds vertrouwen en een betere samenwerking. “Het is onverstandig om verdachten te dwingen informatie te geven. De agent en de verdachte moeten samenwerken om een duidelijk verhaal te krijgen”, verklaart de criminoloog in het Nederlands Dagblad. “Als er een advocaat bij het verhoor is, levert dat niet per se meer informatie op, maar de kwaliteit van het verhoor is wel beter. Je hoeft minder lang door te vragen om je antwoorden te krijgen.” Het is bedoeling dat docenten op de politieacademie de nieuwe bevindingen gaan gebruiken bij het opleiden van rechercheurs.