Collaboratieve planning vraagt om een actief bewaken van democratische waarden als gelijkwaardigheid, inclusiviteit en transparantie.
Ook de overheid moet participeren. Dat is een veelgehoord adagium en het was de titel van een van de blogs met praktijkverhalen over ‘bottom-up-planning’ die in de nazomer van 2015 op RUIMTEVOLK werden gepubliceerd. Hoe de overheid dit moet doen, is nog een zoektocht. Judith Westerink en Annet Kempenaar onderzochten twee praktijken van overheidsparticipatie in ruimtelijke planvorming. Onderzoek dat bij hen zorgen aanwakkert over democratische principes bij een participerende overheid als deze vooral ambities van bedrijven faciliteert, maar andere belanghebbenden niet de kans geeft om hun stem te laten horen.
De veranderende rol van de overheid in ruimtelijke processen is, evenals in veel andere domeinen, een terugkerend punt van discussie. In 2013 onderzocht Wageningen Universiteit in samenwerking met o.a. de Vrije Universiteit ‘collaboratieve planningsdiscoursen’ in de regio’s Eindhoven en Parkstad Limburg. Dat zijn samenwerkingspraktijken in ruimtelijke planning inclusief de gedeelde denkbeelden die daarin tot uitdrukking komen.
We verwachtten hierin grote verschillen te vinden als gevolg van de verschillen in de ontwikkeling van beide regio’s. Eindhoven groeit immers als gevolg van een sterke regionale economie, terwijl Parkstad economisch zwak is en te maken heeft met bevolkingskrimp. De discoursen in beide regio’s ten aanzien van een participerende of een regisserende overheid komen echter sterk overeen. Wel zijn er belangrijke verschillen als het gaat om met wie de overheden samenwerken. In de regio Eindhoven bestaat het strategisch planningsnetwerk vooral uit overheden en internationaal georiënteerde technologiebedrijven. In Parkstad wordt juist strategisch de samenwerking gezocht met burgers en lokale bedrijven.
Regisserende en participerende overheid
Collaboratieve planning maakt ruimtelijke ordening in principe inclusiever en volgens sommigen daarmee democratischer door diverse partijen te betrekken bij het planningsproces. Die samenwerking kan op allerlei manieren vorm krijgen, waarbij de overheid verschillende rollen aanneemt ten opzichte van andere partijen.
Wij hebben dat op basis van onze bevindingen in de regio’s Eindhoven en Parkstad Limburg als volgt geconceptualiseerd: een regisserende overheid zoekt actief de inbreng en participatie van maatschappelijke actoren (burgers en/of bedrijven), en een participerendeoverheid faciliteert initiatief van zelfsturende maatschappelijke actoren.
Een regisserende overheid nodigt partijen aan tafel en, in het geval van een gemeente, betrekt burgers om tot een goed en gedragen plan te komen. Participatie van maatschappelijke actoren bij initiatieven van een regisserende overheid houdt in dat burgers hun mening kunnen geven in overleg en inspraak, terwijl bij participatie van bedrijven vaker van samenwerking wordt gesproken.
In het geval van een participerende overheid en zelfsturende maatschappelijke actoren zijn de onderlinge rollen verschoven. Zelfsturende maatschappelijke actoren, in de vorm van burgers en/of bedrijven, nemen initiatief, bedenken een plan, voeren het uit en/of verzorgen het beheer. Een participerende overheid steunt en faciliteert dit, nodigt uit tot initiatief, en ondersteunt met bijvoorbeeld subsidies en advies.
De participerende overheid vervangt de regisserende overheid echter niet: één en dezelfde overheid kan beide rollen vervullen afhankelijk van de situatie.
Lees verder via Ruimtevolk – Participeren met oog voor democratische principes