Augustus. Het is kermis in ons dorp. Avondenlang klinkt de muziek, het gegil, het gebonk, het geschetter en de loeiende woop-woop sirenes over de daken, tot in mijn huis – en tot heel laat in de avond mijn slaapkamer. Nu hoor ik te zeggen dat ik die mensen hun pleziertje gun. Leven en laten leven is in ons kleine, volle landje al decennialang het devies. Dat betekent in de praktijk dat je er vooral niks van mag zeggen. Want dan ben je een zeikerd, die maar in een hutje op de hei moet gaan wonen. Dat geldt ook voor het buurmeisje dat geslaagd is en een feestje geeft, voor de barbecue van de andere buren, voor weer een andere buurman die zijn motorfiets eindeloos stationair laat lopen, voor de tuin achter ons waar een verjaardagsfeest is inclusief tent en luide muziek (alweer tot laat in de avond), voor het grote feest met dreunende muziek (zelfs hoorbaar vanuit het volgende dorp), de muziekfestivals in de open lucht en voor de strandtenten met livemuziek.
Lees verder via Socialevraagstukken