Over de sociologie van gebiedsverboden en de praktijk van het Collectief Winkelverbod
Marc Schuilenburg
De gebiedsontzegging staat volop in de belangstelling. In steden over de hele wereld krijgen burgers een toegangsverbod van enkele maanden tot vijf jaar opgelegd tot locaties als winkelgebieden, openbaar vervoer, moskeeën en horeca. Veel internationaal onderzoek is verricht naar de aard en reikwijdte van dergelijke gebiedsverboden (o.a. Belina 2007; Beckett & Herbert 2009; Palmer & Warren 2014). Hieruit blijkt dat personen met een gebiedsontzegging op zak sterk belemmerd worden in hun bewegingsvrijheid en zo steeds verder uit het zicht verdwijnen. In Nederland zijn het Collectief Winkelverbod (Wesselink e.a. 2009; Schuilenburg & Van Calster 2009), het ov-verbod (Van Steden e.a. 2012) en de collectieve horecaontzegging (Schuilenburg & Van Steden 2014a, 2014b) onderzocht. In het geval van het winkel- en horecaverbod biedt het huisrecht een privaatrechtelijke grondslag voor de ontzegging van gebruiksgenot voor personen met een verbod op zak. Het ov-verbod daarentegen is een publiekrechtelijke rechtshandeling, omdat gemeenteambtenaren met buitengewone opsporingsbevoegdheid, de zogenoemde boa’s, de sanctie opleggen (Van Rooij 2017).
Lees verder via marcschuilenburg.nl (opent pdf)
Marc Schuilenburg verzorgt samen met Ronald van Steden een college over Positieve Veiligheid in de HCB Collegereeks ‘Veiligheid, recht en bestuur’die start op 10 oktober bij het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs in Den Haag.