STAD VAN DE TOEKOMST Vandaag vijftig jaar geleden ging de eerste paal de grond in voor de Bijlmer. De wijk verrees, ging bijna meteen ten onder, maar is nu aan een tweede leven begonnen.
‘Moet je zien’, zegt hij vanaf zijn balkon op acht hoog. ‘Dat uitzicht! Dat groen!’
De tennisveldjes aan de ene kant van de flat zijn net nieuw, rond de parkeerplaatsen aan de andere kant moet het gras zelfs nog ingezaaid worden. De flat zelf ziet er strak en schoon uit, ook bijna als nieuw.
Nog maar een paar jaar geleden stond dit flatgebouw zo goed als leeg. Ingangen waren dichtgetimmerd, ruiten ingegooid. In de bomen eromheen hingen resten van vuilnis, door de vertrokken bewoners over de balustrade gekieperd. Kleiburg heet dit gebouw en het staat in de Bijlmer. Van flats als deze, tien hoog en meer dan vierhonderd meter lang, met een honingraatachtige plattegrond, zijn er vanaf eind jaren zestig zo’n twintig gebouwd. De meeste zijn in de loop van de jaren negentig weer gesloopt. Ook Kleiburg zou tegen de vlakte gaan, als laatste in de rij. Tót iemand op de gedachte kwam alle vijfhonderd appartementen in de flat afzonderlijk te verkopen aan ‘klussers’. “Kom maar kijken”, zegt Daan Diederiks (54). Hij kwam hier een jaar geleden wonen, niet lang na zijn scheiding, en er moet nog wel wat gebeuren. Vandaag heeft hij net de keuken afgemaakt. “Moet je zien”, zegt hij vanaf zijn balkon op acht hoog. “Dat uitzicht! Dat groen!”
Lees verder via Trouw – Ondergang en opkomst van de Bijlmer