De politie heeft medio november in een grootschalig onderzoek zeven verdachten voor mensensmokkel en seksuele uitbuiting aangehouden. Het zogenoemde CERAM-onderzoek was gericht op een netwerk dat Latijns-Amerikaanse vrouwen illegaal liet werken in de prostitutie.
De operatie is uitgevoerd door een nieuwe samenwerking van verschillende politie-eenheden, de Coördinatie Eenheidsoverstijgende Mensenhandel Interventies (CEMI).’
“Het was een complex onderzoek waarbij vele partijen betrokken waren. Ook hier is weer duidelijk naar voren gekomen dat criminaliteit, in welke vorm dan ook, niet stopt bij eenheids- en landsgrenzen”, zegt Maurice van der Borgh, projectleider van de CEMI.
De vrouwen die op een toeristenvisum naar Nederland kwamen, wisten dat ze in de prostitutie zouden werken. De vermoedelijke uitbuiting zit ‘m in het gegeven dat zij de helft van hun inkomsten moesten afstaan en geen invloed hadden op vergaande seksuele diensten die zij moesten verlenen en in een kwetsbare positie verkeerden vanwege hun taal (Spaans) en onbekendheid met het land van waaruit zij moesten werken. Iedere week werden de vrouwen naar een ander vakantiepark in Nederland gebracht. Zo probeerden de verdachten hun activiteiten onder de radar te houden.
Onderzoekscoördinator Menno legt uit dat de complexiteit van mensenhandel het onderzoek uitdagend maakt: ‘Mensenhandel is moeilijker te bewijzen dan mensensmokkel. Slachtoffers van mensenhandel durven uit angst voor hun uitbuiters vaak geen aangifte te doen. Daarnaast is het ingewikkeld om mensenhandel juridisch te bewijzen. Er staat nergens een duidelijke definitie,’ zegt hij. ‘We moeten bewijzen wie de betalingen regelt, wie het geld ontvangt, en of de slachtoffers zich in een kwetsbare positie bevinden. Ook moeten slachtoffers mee willen werken.’
Lees verder via politie.nl