De Nederlandse, Duitse en Belgische politie gaan intensiever samenwerken om woninginbraken aan te pakken. Dit is nodig omdat criminele bendes vaak in meerdere landen actief zijn. Dit hebben minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie), zijn Duitse collega minister De Maizière (Binnenlandse Zaken) en de Belgische minister Van Overtveldt (Financiën) in Aken afgesproken. De verklaring is ook ondertekend door ministers van de deelstaten Noordrijn-Westfalen, Nedersaksen en Rijnland-Palts.
De kern van de afspraak is dat er vaker gezamenlijke politieacties worden gehouden, meer internationale onderzoeken worden verricht en dat informatie sneller wordt uitgewisseld. Doel is om meer inbrekers op te pakken en het aantal inbraken te laten dalen. Structureel informatie uitwisselen helpt het bij het terugvinden van buitgemaakte goederen en het verkrijgen van inzicht in werkwijze van criminelen. Door grensoverschrijdende, gecoördineerde acties van de politie wordt de kennis verbeterd over criminele bendes en de door hen gebruikte voertuigen. Ook wordt het moeilijker voor criminelen om zich schuil te houden aan de andere kant van de grens. In de verklaring spraken de ministers ook af dat goed werkende preventiemethoden worden gedeeld.
Minister Van der Steur: “Rondreizende bendes van inbrekers houden zich niet aan grenzen. Dan moeten wij dat ook niet doen. We zijn hier bij elkaar om deze groepen internationaal aan te pakken. We willen voorkomen dat ze toeslaan. En gebeurt dat toch, dan sporen we ze samen op. Aan welke kant van de grens ze zich ook bevinden.”
Bron: Ministerie V&J