Burgernet, Opsporing Verzocht, WhatsApp buurtpreventie: burgers leveren een steeds grotere bijdrage aan de opsporing van strafbare feiten, al dan niet gestimuleerd door de overheid. Maar de regelgeving is daar niet op ingesteld. Daardoor is er vrij veel ruimte voor burgers om bij te dragen aan opsporing. En daar is meer controle op nodig. Dat stelt jurist Eelco Moerman in zijn proefschrift over de juridische positie van de burger in de opsporing van strafbare feiten. Hij verdedigt zijn proefschrift vrijdag 18 november 2016 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Er is meer controle nodig op het handelen van burgers bij opsporing, concludeert Eelco Moerman in zijn proefschrift ‘Inburgeren in de opsporing’. Hij staat onder meer stil bij de rol die burgers binnen én buiten de kaders van het Wetboek van Strafvordering vervullen bij opsporing. Uit het onderzoek van Moerman komt naar voren dat er veel ruimte is voor burgers om een bijdrage te leveren aan de opsporing van strafbare feiten. Denk aan het op Facebook plaatsen van een foto van een verdachte, WhatsApp-buurtpreventie en tips doorgeven naar aanleiding van Opsporing Verzocht. Ook burgerinformanten, burgerinfiltranten, onderzoeksjournalisten en particuliere rechercheurs passeren in het proefschrift de revue. Daarnaast bespreekt hij de betekenis van door burgers vergaard bewijs in het strafproces.
Lees verder via Eur.nl – Meer controle op burger als ‘speurhond’