12:39
23 december 2024

Liggen de idealen van de decentralisaties inmiddels onder het stof

De decentralisaties worden nu twee jaar door de gemeenten uitgevoerd. Een goed moment voor een beschouwing ervan. Er zijn verschillende manieren om dit te doen. Zo kunnen bepaalde íncidenten aanleiding zijn voor een kritische invalshoek. Denk aan de analyse door de schrijvende pers over het gebrek aan afstemming tussen verschillende hulpverleners, naar aanleiding van de suïcide van een jongen die werd gepest. Op dat moment wordt niet gekeken naar het financiële aspect, en het tekort van de gemeente Eindhoven van 39 miljoen op het sociale domein verschuift naar de achtergrond. Beide aspecten, de blijkbaar falende coördinatie en het financiële tekort, hebben te maken met dezelfde werkelijkheid. Die werkelijkheid heeft vele gezichten, zo bleek ook uit het symposium Bijzonder Domein Jeugd, georganiseerd door de Fontys Hogeschool Sociale Studies, onder de titel: “nu het stof begint op te trekken”.

In Oirschot worden we geconfronteerd met spanningen tussen moederorganisaties en generalistenteams. Ik ben blij dat onze coördinatoren veel investeren in de communicatie tussen organisaties, maar voor de lange termijn zoeken we een oplossing in het onderbrengen van het welzijnsdomein bij één hoofdaannemer. We hebben ook hoge verwachtingen van de nieuwe professionals. Ze moeten zorggericht en probleemgericht gaan werken en dat vraagt veel. Daarnaast doet het begrip generalist bij medewerkers suggereren dat men overal verstand van zou moeten hebben. In Oirschot is de interdisciplinaire gedachte het uitgangspunt; professionals werken samen en vullen elkaar aan. De verschillende medewerkers worden aangesproken op hun professionaliteit en zij laten deze ten goede komen aan het generalistenteam.  

Ook het vormen van een sociale samenleving wordt in de afstemming tussen velden gestimuleerd. Een voorbeeld is ’t Bint, een winkel met streekproducten van lokale ondernemers, maar ook een ontmoetingsplek en accommodatie voor dagbesteding van mensen met een handicap of met problemen. De opzet van zo’n plek vraagt om investeringen vooraf zonder garanties en met beperkte verantwoording door het bestuur.

Ook het vinden van de balans tussen wat zelf aan te pakken en wat aan de markt uit te besteden vraagt tijd en aandacht. Er moet zorgvuldig worden afgewogen, want ook de markt is divers; er zijn kwetsbare eenmansbedrijfjes, maar ook gespecialiseerde instellingen met een groot areaal aan vastgoed. Er zijn idealisten en er zijn commercieel gedreven ondernemingen die winst willen maken. Een grondige evaluatie van de prijs-kwaliteitsverhouding en van de op elkaar aansluitende functionaliteiten moet de keuze-afwegingen ondersteunen.

Veel gehoorde uitspraken zijn dat er te laat wordt opgeschaald, dat er vanuit vastgeroeste systemen wordt gewerkt, dat ouders worden geacquireerd, dat scholen over kennis praten en hulpverleners over opvoeden. Het lijkt er dan op dat er nogal wordt aangerommeld, en dat de echte problemen op ons bordje komen. Onderlinge communicatie tussen scholen en generalisten, met huisartsen die vaak te veel hun eigen weg bewandelen, contacten met de wijkorganisaties, signalen uit de samenleving, het is allemaal belangrijk, maar de winkel moet blijven draaien.   

Communicatie is het sleutelwoord, maar het is niet eenvoudig te realiseren. Alleen al het vertrouwd raken met elkaars taal vraagt tijd en openheid. Zo hebben professionals uit de psychiatrie een pasklare definitie van “verwarde personen”, maar in de praktijk blijkt dit niet eenvoudig toe te passen, er zijn veel schakeringen. Men moet genuanceerd leren denken en kijken. Een uitspraak zoals: “kwetsbare gezinnen hebben geen netwerk”, of een actie zoals het uit huis plaatsen van een kind dat zelf geen probleem heeft, maar op deze manier wordt gestraft voor ruziegedrag van de ouders, moeten bespreekbaar worden gemaakt. Hier valt nog een wereld te winnen.

Onze wijze van (accountants)controle en beheersing bepaalt nog te zeer de kwaliteit van de dienstverlening die op de samenleving moet worden gericht. Op dit terrein is het van belang dat rollen worden verduidelijkt en ruimte wordt geschapen. Er moet gezegd kunnen worden wat je wel kunt doen en betekenen, maar ook wat niet kan. Individuen moeten verantwoordelijkheid kunnen en durven nemen en met elkaar overleggen om het probleem te verhelderen en de kracht van goede oplossingsrichtingen te versterken.


Gelukkig gebeuren er veel mooie dingen in de samenleving. De meeste mensen zijn bereid om voor elkaar verantwoordelijkheid te nemen. We kunnen daarom in de kleine wereld inzetten op preventie van problemen. Het samen opvoeden is de goede weg. En natuurlijk zullen er zaken mis gaan. Maar het verankeren van zorg in de directe samenleving heeft ons uiteindelijk meer te bieden dan het enkel sturen op markt en marktproducten.

Raf Daenen, wethouder sociaal domein Oirschot

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *