Misschien moeten we leren om wat meer te sjoemelen in onze menselijke ontmoeting, in plaats van ons telkens te beroepen op fundamentele uitgangspunten. Vorige week mocht ik samen met 150 regiogenoten en vluchtelingen meepraten over de taskforce sociale integratie van vluchtelingen. Uitgangspunt is dat inburgeren een wederzijds proces is: het moet van beide kanten komen.
In een positieve sfeer werden ideeën uitgewisseld over hoe inburgering vergemakkelijkt zou kunnen worden. Het gaat dan om zaken zoals maatwerk, accepteren dat alle mensen anders zijn, vrijwilligerswerk, stagemaatje en zelfs sjoemelen: minder strikt omgaan met bureaucratie en leefregels rond eten, drinken, opleiding of kledingvoorschriften.
Zelf was ik er trots op hoe wij in Westelbeers door middel van een welkomstcomité van zo’n honderd vrijwilligers onze uiterste best doen om Eritreeërs en Syriërs zich in ons land thuis te laten voelen. Er worden allerlei activiteiten georganiseerd, zoals een tweedehandsfietsenproject, fietsreparatieplaats, moestuin en kookavonden, die leiden tot positieve ontmoetingen.
Enthousiasme
Ik deelde mijn enthousiasme hierover. Dat enthousiasme werd getemperd toen Ahmed, Syrische vluchteling, opmerkte dat hij het beangstigend vond dat zijn kinderen sneller integreerden dan hijzelf. Hij was bang dat hij daardoor de grip op de situatie zou verliezen. Dit gaf me een déjà vu: zien we bij Turkse en Marokkaanse families niet hetzelfde verschijnsel optreden: ouders die hun grip op hun kinderen verliezen? Als men dan ook nog in een vreemd land verblijft, kan de hang naar de normen en waarden van de cultuur van herkomst worden versterkt. Dan is de dreiging van het verlies van familieverbanden nog beangstigender.
Ik denk aan de situatie van zo’n kwart eeuw terug, toen we er van uitgingen dat Nederland een open internationale gemeenschap is, waarin allerlei groepen kunnen samenleven en we onze normen en waarden kunnen delen en wederzijds aanpassen: de multiculturele samenleving. Hoe anders is dit nu! Heel veel mensen uit andere culturen houden angstvallig vast aan hun zeden en gewoonten. We zien steeds meer vrouwen gesluierd over straat lopen, ook jonge vrouwen. Zelfs derde en vierde generatie Turkse jongeren laten zich meeslepen door een dictatoriale machtsgreep in een land dat ze vaak nauwelijks kennen, maar op een of andere manier toch als hun vaderland beschouwen. Jongeren lijken op dat moment bijna nog fundamentalistischer dan hun voorvaderen. Soms gaat het nog verder: denk maar aan jongeren die door IS worden geronseld, die zich totaal afkeren van onze westerse samenleving en geïndoctrineerd worden door een bepaalde interpretatie van het islamitisch geloof waarin de ongelovigen en andersgelovigen te vuur en te zwaard bestreden moeten worden. Zonder enige twijfel en zonder zelfonderzoek zijn ze in staat om zichzelf op te offeren voor wat zij als de goede zaak beschouwen.
Religie
Als het om religie gaat, denk ik dat ieder mens zich fundamentele levensvragen stelt. Waar komt mijn leven en mijn identiteit vandaan, wat is mijn bestemming op deze aarde en wat is de zin van mijn bestaan en wat komt er als ik mijn laatste adem heb uitgeblazen? Maar dat enig antwoord op deze vragen aanleiding is om mensen met een ander antwoord de kop in te slaan, kan er bij mij niet in. God is er voor ons allemaal of er is geen God.
Ahmed, je nodigt me uit bij je thuis, ik eet en drink met jou en wil ervaren hoe het is om met jou feest te vieren. En daarna nodig ik je uit bij mij thuis en vraag je om met mij samen te eten en te drinken en feest te vieren. En dat kan en mag dan ineens niet vanwege allerlei geloofsregels. Misschien moeten we dan allebei maar leren om wat meer te sjoemelen in onze menselijke ontmoeting, in plaats van ons telkens te beroepen op fundamentele uitgangspunten, waardoor het ene niet mag en kan en het andere juist moet.
Echte vriendschap is de beste manier om elkaar te ontmoeten. Maar echte ontmoeting maakt het ook mogelijk om dogmatische en religieuze kaders ter sprake te brengen en daarover van gedachte te wisselen, om voor elkaar een goed mens te zijn. Het menselijke moet daarom boven de leerstellingen kunnen staan.
Raf Daenen (PvdA) is wethouder in Oirschot